Een jaar geleden verkocht een militair zijn motorkruiser “De Mazzel” aan een particulier. Hij had het schip zo’n tien jaar in gebruik gehad en door uitzendingen leek het hem verstandig het schip van de hand te doen, om na de operationele plaatsing een groter exemplaar terug te kunnen kopen.
Bij de verkoop was niets aan de hand en beide partijen tekenden een verkoopovereenkomst. Niets aan de hand zou je zeggen. Helaas liep het verhaal anders toen de militair op uitzending ging naar de Oostzee. Er kwam een mail binnen dat hij aansprakelijk werd gesteld voor geconstateerde gebreken, en of hij wilde reageren binnen 14 dagen. Dat laatste gaat moeilijk nietwaar vanuit een verweggistan.
De militair nam onmiddellijk contact op met de juridische dienstverlening (JuDiV) voor bijstand en daar hij een aanvullend lidmaatschap had werd hem een raadsman toegewezen. Deze ging gelijk aan de slag. Vanaf de plaatsing had de commandant al om uitstel gevraagd aan de rechtbank daar de militair onmogelijk aanwezig kon zijn. JuDiV vroeg ook om uitstel, hetgeen werd verleend.
Onze JuDiV kreeg daardoor tijd en gelegenheid om een goede verdediging voor het ODB lid op te zetten. Na een rolzitting bij de rechtbank in Leeuwarden werd door de rechter een comparitie voorgesteld om te kijken of er tot een vergelijk gekomen kon worden. Helaas op de zittingsdag bleef de koper volharden in zijn eis dat de militair € 3.577,40 moest betalen.
Het oordeel van de rechter was echter geheel anders. De rechter was het met de ODB eens en kwam tot dezelfde conclusies als onze JuDiV. Hij verwierp 28 november jl. de claim en veroordeelde koper tot het betalen van een klein bedrag (350 euro) aan de militair wegens gemaakte kosten.
Bron: Juridische dienstverlening ODB