17 september, 2024

De statuten van de Onafhankelijke Defensiebond.

1. Naam en zetel

  1. De vereniging draagt de naam Onafhankelijke Defensie Bond.
  2. De vereniging draagt de afkorting ODB.
  3. De vereniging is gevestigd in de gemeente Den Helder

2. Duur

De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Boekjaar
Het boekjaar van de vereniging loopt van één januari tot en met éénendertig (31) december.

3. Defenities

In deze statuten en de daarop berustende reglementen wordt verstaan onder:

a.    lid:

militair of burger ambtenaar werkzaam bij het ministerie van Defensie die is ingeschreven in de ledenadminis- tratie van de ODB, waaronder mede begrepen de met militair beroepspersoneel gelijkgestelde geestelijke ver- zorgers;

b.    anders actief lid:

voormalig militair of burger ambtenaar werkzaam geweest bij het ministerie van Defensie die is ingeschreven in de ledenadministratie van de ODB;

c.     verenigingsorgaan:

  • de Algemene Ledenvergadering;
  • het Dagelijks Bestuur;
  • het Hoofdbestuur;
  • de Afdelingen;
  • de Commissies.

d.    relatie:

de echtgeno(o)te, geregistreerde partner of andere levensgezel van het lid, alsmede inwonende bloed- en aan- verwanten in de eerste graad.

4. Grondslag

De grondslag van de vereniging is de erkenning van het recht van iedere werknemer bij het ministerie van Defensie op algemene en onafhankelijke belangenbehartiging, met volledige eerbiediging van vrijheid van geloof, maat- schappelijke opvatting en politieke overtuiging.

5. Doel

De vereniging heeft tot doel:

  • het behartigen van de collectieve belangen van de leden vanuit hun positie als:
  • militair of burger Defensie ambtenaar;
  • voormalig militair of voormalig Defensie ambtenaar;
  • nabestaande van een militair of burger Defensie ambtenaar dan wel van;
  • een voormalig militair of voormalig Defensie ambtenaar;
  • het behartigen van de individuele belangen van de leden;
  • het behartigen van de belangen van een groep van leden op collectieve basis voor meerdere leden die in de- zelfde positie of situatie verkeren.

Belangen van de leden zullen worden behartigd, gelet op hun onderlinge samenhang en uitgaande van rechtvaardigheid en solidariteit door middel van:

  • de vertegenwoordiging van de vereniging en samenwerking met die organen waar dat voor de belangen van de leden nuttig is, evenals;
  • het deelnemen in of het toezicht houden op andere organen, indien dat bevorderlijk is voor het bereiken van een na te streven doelstelling;
  • de eventuele aansluiting bij een centraal orgaan van overheidspersoneel teneinde deel te kunnen nemen aan het georganiseerd overleg “sectorcommissie Defensie”;
  • het geven van ondersteuning en voorlichting, evenals het coördineren van de werkzaamheden van de afdelingen van de ODB;
  • het behartigen van individuele en collectieve belangen van leden op het gebied van financiële en sociale rechts- zekerheid;
  • alle andere wettige middelen die, in overeenstemming met de uitgangspunten van de ODB, voor het verwezenlijken van haar doelstelling bevorderlijk zijn.

6. Afdelingen

De vereniging bestaat bij de aanvang uit acht afdelingen, te weten:

  • de afdeling Zeestrijdkrachten;
  • de afdeling Landstrijdkrachten;
  • de afdeling Luchtstrijdkrachten;
  • de afdeling Koninklijke Marechaussee;
  • de afdeling burger Defensiepersoneel;
  • de afdeling voormalig militair personeel;
  • de afdeling voormalig burger Defensiepersoneel;
  • de afdeling internationaal.

De afdelingen bezitten geen rechtspersoonlijkheid.

Het aantal, de namen en de samenstelling van de afdelingen kunnen bij besluit van de Algemene Ledenvergadering worden gewijzigd, bijvoorbeeld naar aanleiding van reorganisaties binnen het ministerie van Defensie.

7. Lidmaatschap

Lid van de vereniging kunnen zijn:

  1. militairen die zijn aangesteld, met bepaald of onbepaald dienstverband, bij de Nederlandse krijgsmacht of bij het reserve personeel van de Nederlandse krijgsmacht, alsmede voormalig militairen bij de Nederlandse krijgsmacht;
  2. burgerpersoneel in dienst bij het ministerie van Defensie alsmede voormalig burger ambtenaren die bij het ministerie van Defensie werkzaam zijn geweest;
  3. nabestaanden van de hierboven onder 1 en 2 bedoelde leden.

8. Toelating

Het Hoofdbestuur kan het lidmaatschap van een persoon weigeren met behoud van het recht van de Algemene Ledenvergadering hierover anders te beslissen.

9. Einde lidmaatschap

1.   Het lidmaatschap eindigt:

  1. door overlijden van het lid;
  2. door opzegging door een lid;
  3. door opheffing van de vereniging;
  4. door ontzetting.

2.   Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan geschieden na twaalf maanden lidmaatschap van de ODB; zij geschiedt schriftelijk aan het Hoofdbestuur, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste vier weken.

3.   Indien een lid de Defensieorganisatie verlaat, dient hij aan te geven of hij lid wil blijven.

4.   Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging door het Hoofdbestuur kan worden gedaan:

  1. wanneer een lid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand op éénendertig (31) december niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging over het lopende boekjaar heeft voldaan;
  2. wanneer een lid in strijd met de Statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Deze opzegging geschiedt door het Hoofdbestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt, met opgave van redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen vier weken na kennisgeving in beroep te gaan bij de Klacht en Advies Commissie van de ODB. Gedurende de beroepstermijn en hangende  het beroep is het lid geschorst. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.

10. Contributies

leder lid is contributie verschuldigd. De hoogte van de contributie wordt vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering.

11. Rechten van de leden

Leden bezitten het recht tot:

  • deelname aan besprekingen op afdelingsvergaderingen;
  • het doen van voorstellen;
  • het stemmen op afdelingsvergaderingen;
  • het bijwonen van Algemene Ledenvergaderingen;
  • zitting nemen in bestuurscolleges en commissies van de vereniging volgens regels in het Huishoudelijk Reglement.

12. Het Hoofdbestuur

  1. Het Hoofdbestuur bestaat uit minimaal vier personen, afkomstig uit de afdelingen zoals genoemd onder artikel 6, die uit hun midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen, die het Dagelijks Bestuur vormen. De functie van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden uitgeoefend.
  2. Het Hoofdbestuur is belast met het besturen van de vereniging.
  3. Het Hoofdbestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt.
  4. Het Hoofdbestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies waarvan de leden door het Hoofdbestuur worden benoemd.
  5. Hoofdbestuursleden worden benoemd voor een periode zoals bepaald in het Huishoudelijk  Reglement. De bestuursleden treden af volgens een door het Hoofdbestuur op te maken rooster met dien verstande dat slechts een lid van het Dagelijks Bestuur gelijktijdig kan aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is herbenoembaar.
  6. Indien het aantal Hoofdbestuursleden beneden het hiervoor gemelde minimum is gedaald, blijft het bestuur niettemin bevoegd. Het Hoofdbestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature (s) aan de orde komt.

13. Afdelingsbestuur

  1. Het afdelingsbestuur bestaat uit minimaal drie personen, die uit hun midden een voorzitter en een secretaris aanwijzen.
  2. leder afdelingsbestuur draagt, uit de onder haar ressorterende leden, één lid voor welke in die hoedanigheid deel uit maakt van het Hoofdbestuur.
  3. Afdelingsbestuursleden worden benoemd voor een periode zoals bepaald in het Huishoudelijk Reglement. De bestuursleden treden af volgens een door het afdelingsbestuur op te maken rooster, met dien verstande dat de voorzitter en secretaris niet gelijktijdig aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is herbenoembaar.
  4. Indien het aantal bestuursleden beneden het in lid 1 vermelde minimum is gedaald, blijft het bestuur niettemin bevoegd. Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een afdelingsvergadering te beleggen waarin de voorziening in de vacature (s) aan de orde komt.

13. Afdelingsbestuur

  1. Het afdelingsbestuur bestaat uit minimaal drie personen, die uit hun midden een voorzitter en een secretaris aanwijzen.
  2. leder afdelingsbestuur draagt, uit de onder haar ressorterende leden, één lid voor welke in die hoedanigheid deel uit maakt van het Hoofdbestuur.
  3. Afdelingsbestuursleden worden benoemd voor een periode zoals bepaald in het Huishoudelijk Reglement. De bestuursleden treden af volgens een door het afdelingsbestuur op te maken rooster, met dien verstande dat de voorzitter en secretaris niet gelijktijdig aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is herbenoembaar.
  4. Indien het aantal bestuursleden beneden het in lid 1 vermelde minimum is gedaald, blijft het bestuur niettemin bevoegd. Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een afdelingsvergadering te beleggen waarin de voorziening in de vacature (s) aan de orde komt.

14. Commissies

De vereniging kent commissies en andere organen zoals omschreven in het Huishoudelijk Reglement.

15. Algemene ledenvergadering

De Algemene Ledenvergadering bestaat uit afgevaardigden. De afvaardiging van de  afdeling wordt samengesteld door het afdelingsbestuur op de wijze zoals in het reglement van de afdeling is bepaald.

Iedere afdeling stuurt drie afgevaardigden naar de Algemene Ledenvergadering.

16. Toegang tot en besluitvorming in de algemene ledenvergadering

  1. Toegang tot de Algemene Ledenvergadering hebben de leden die niet geschorst zijn, alsmede diegenen, die daartoe door het bestuur en/of de Algemene Ledenvergadering zijn uitgenodigd.
  2. Een geschorst lid heeft toegang tot de algemene ledenvergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren.
  3. Iedere afgevaardigde heeft in de Algemene Ledenvergadering één stem. De afgevaardigde stemt namens de afdeling.
  4. Inzake besluitvorming betreffende de rechtspositie dient de hand te worden gehouden aan de regel dat een burger Defensiemedewerker geen stemrecht heeft inzake AMAR-aangelegenheden (Algemeen Militair Ambtenaren reglement) en een militair geen stemrecht heeft inzake BARD-aangelegenheden (Burger Ambtenaren Reglement Defensie). Zij hebben wel adviesrecht. De besluitvorming in de algemene ledenvergadering wordt beschreven in het Huishoudelijk Reglement.

17. Algemene ledenvergadering

  1. De Algemene Ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door een door het bestuur aangewezen bestuurslid of ander lid van de vereniging. Wordt niet als voormeld in het voorzitterschap voorzien dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. Het door de voorzitter ter Algemene Ledenvergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stem- ming tijdens de Algemene Ledenvergadering is bindend.
  3. Het door de voorzitter ter Algemene Ledenvergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stem- ming over een niet schriftelijk voorgelegd voorstel tijdens de Algemene Ledenvergadering is bindend.
  4. Van het ter Algemene Ledenvergadering verhandelde worden notulen bijgehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon.
  5. Deze notulen worden in de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.

18. Jaarverslag en financiële verantwoording

  1. Jaarlijks wordt ten minste één Algemene Ledenvergadering gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar. In deze Algemene Ledenvergadering brengt het Hoofdbestuur zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Ledenvergadering voor.
    Deze stukken worden ondertekend door het Hoofdbestuur.
  2. Wordt omtrent de getrouwheid van de stukken als bedoeld in het vorige lid aan de Algemene Ledenvergadering geen verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek over- legd, dan benoemt de Algemene Ledenvergadering, jaarlijks, een Financiële Controle Commissie van ten minste twee leden die geen deel van het Hoofdbestuur mogen uitmaken.
  3. Het Hoofdbestuur is verplicht aan de Financiële Controle Commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boe- ken en bescheiden van de vereniging te geven.
  4. De Financiële Controle Commissie onderzoekt de in lid 1 en lid 3 bedoelde stukken.
    Vergt dit onderzoek naar het oordeel van de Financiële Controle Commissie bijzondere boekhoudkundige ken- nis, dan kan zij zich, na overleg met het Hoofdbestuur van de vereniging door een deskundige doen bijstaan. De Financiële Controle Commissie brengt aan de Algemene Ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit.

19. Wijze bijeenroeping Algemene Ledenvergadering

De Algemene Ledenvergaderingen worden door het Hoofdbestuur bijeengeroepen zo dikwijls het dit wenselijk acht, of daartoe op grond van de wet verplicht is. Op schriftelijk verzoek van ten minste vier afdelingen is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Ledenvergadering, te houden binnen vier weken na indiening van het verzoek. De bijeenroeping van de Algemene Ledenvergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan de afdelingen op een termijn van ten minste veertien dagen.

Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de Algemene Ledenvergadering overgaan. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen der notulen. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

20. Besluitvorming over zaken in alle vergaderingen

  1. In alle vergaderingen vindt stemmen over zaken in beginsel mondeling en over personen schriftelijk plaats.
  2. Een schriftelijke stemming over zaken vindt plaats indien een meerderheid van de ter vergadering aanwezige stemgerechtigde leden dit wenselijk acht.
  3. In alle vergaderingen worden besluiten met eenvoudige meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen genomen, tenzij de wet hiertoe anders bepaalt.
  4. De besluitvorming in alle vergaderingen wordt beschreven in het Huishoudelijk Reglement.

21. Statutenwijziging

  1. Wijziging van de Statuten kan slechts plaats hebben door een besluit van de Algemene Ledenvergadering, waar- toe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de Statuten zal worden voorgesteld. Zij, die de oproeping tot de Algemene Ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien dagen voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
  2. Tot wijziging van de Statuten kan door de Algemene Ledenvergadering slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste twee/ derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
  3. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
  4. Het Hoofdbestuur is bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden.
  5. Het Hoofdbestuur is verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de Statuten, zoals deze na de wijziging luidde, neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden register.

22. Ontbinding en vereffening

  1. De Algemene Ledenvergadering kan besluiten de vereniging te ontbinden.
  2. De vereffening geschiedt door het Hoofdbestuur.
  3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten zoveel mogelijk van kracht.
  4. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd “in liquidatie”.
  5. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.
  6. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten worden bewaard volgens de in de wet om- schreven wijze.

23. Reglementen

De organisatie, alsmede de taken en bevoegdheden van zowel de vereniging als van een afdeling kunnen nader geregeld worden in afzonderlijke reglementen, met dien verstande dat alle reglementen van de vereniging door de Algemene Ledenvergadering worden vastgesteld. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze Statuten.

24. Algemene Ledenvergadering (ALV)

Aan de Algemene Ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

Download een PDF versie van de statuten