In het eerste deel werden hoofdpijndossiers genoemd die al wat verder in het verleden speelden. Hieronder dossiers van recentere datum. Alle dossiers, oud of recent, vertegenwoordigen stuk voor stuk menselijk drama.
Gehoorschade
Het afvuren van artilleriegranaten of mortieren. De kans dat Nederlandse militairen hierdoor tijdens hun werk gehoorschade oplopen is groot. Tinnitus (oorsuizen) is in de VS een erkende dienstaandoening; 34% van de uit Irak en Afghanistan terugkerende Amerikaanse militairen hebben last van deze aandoening. Terwijl politiek Den Haag met de regelmaat van de klok nieuwe missies goedkeurt, lijkt Defensie in Nederland doof voor het probleem van hoorschade onder militairen.
Hoeveel Nederlandse militairen hoorproblemen hebben is niet bekend. Reden: de relatie tussen gehoorschade en werkomstandigheden bij Defensie is nog nooit onderzocht.
Recentelijk speelde nog een geluidsprobleem bij de NH-90 helikopters en dit zou zijn opgelost.
Het standpunt van Defensie over gehoorschade: De wettelijke eisen bieden afdoende bescherming ook al is het een feit dat de geldende Arbo-normen geen 100 procent garantie geven op het niet krijgen van gehoorverlies.
Asbest
Asbest werd tot 1979 in de machinekamers (inclusief de ketelruimen) van marineschepen gebruikt om stoomketels, turbines en alle warme leidingen (leidingen die niet mochten afkoelen) te isoleren. Hierdoor kwamen machinisten en onderhoudspersoneel in aanraking met asbeststof. Lang heeft Defensie volgehouden dat geen verband bestond tussen de blootstelling aan asbeststof en longkanker. Defensie heeft dit standpunt nooit onderbouwd en in een rechtszaal moest Defensie op dit punt bakzeil halen.
In maart 2014 zijn Nederlandse militairen op oefening geweest op het terrein van Kamp Ujmajor, Veszprem, in Hongarije. Kennelijk was daar de aanwezigheid van asbest vastgesteld, omdat militairen die daar hadden geoefend werd gevraagd een meldingsformulier verder aan te vullen met persoonlijke gegevens. Mogelijke blootstelling aan asbest had namelijk plaatsgevonden. De dienstleiding heeft al een aantal zaken vooraf ingevuld waarbij werd aangegeven dat de aanwezigheid van asbestplaten (welke soort is onduidelijk) was geconstateerd op de voorbestemde legeringlocatie Kamp Ujmajor, Veszprem, van de militairen.
Je zou denken dat anno 2014 dit veel beter kan. Het lijkt er nu zeer sterk op dat, in plaats van niet oefenen op een met asbest besmette locatie, betrokkenen een formulier moeten invullen. Oftewel, door het invullen van een formuliertje voorkom je verschrikkelijke ziekten.
PTSS
Veteranen kunnen aan hun oorlogs- of uitzendervaringen psychische klachten overhouden. De bekendste diagnose op dit gebied is de posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Deze stoornis werd op grond van onderzoek onder Amerikaanse Vietnamveteranen in 1980 in het psychiatrische classificatiesysteem opgenomen. Sindsdien is PTSS een belangrijke indicator in onderzoek naar en diagnostiek en behandeling van psychische gevolgen van militaire ervaringen.
Er is sprake van PTSS wanneer een veteraan is blootgesteld aan een traumatische ervaring die voortdurend wordt herbeleefd, er sprake is van verhoogde prikkelbaarheid en van het vermijden van prikkels die bij het trauma horen. De stoornis moet minimaal één maand duren en de betrokkene moet er in zijn dagelijkse functioneren last van hebben. Diverse onderzoeken geven de indicatie dat ongeveer 5% van de Nederlandse veteranen PTSS heeft, terwijl ongeveer 15% één of twee symptomen van PTSS vertoont. Momenteel zijn nog 125.000 veteranen in leven, inclusief de 30.000 actief dienende militairen met uitzendervaring, die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn ingezet tijdens militaire missies.
In 2012 pleegde een recordaantal Amerikaanse militairen zelfmoord. Het Pentagon spreekt van een duistere epidemie en vreest dat de zelfmoordgolf te maken heeft met de druk van meer dan tien jaar strijd in Afghanistan en Irak en de vrees bij militairen dat ze hun baan gaan verliezen.
Om een illustratie te geven van wat een militair allemaal voor zijn kiezen krijgt, enkele voorbeelden:
Bosnië. “Toen we daar weer terug waren, deden we huiszoekingen. We zagen de kogelgaten en we trokken her en der een massagraf open. Toen spraken we met twee mannen, die hadden elkaars kinderen afgeslacht. De een had geen arm meer, de andere twee benen en een arm eraf, maar ze zaten samen aan de slivovitsj. Ze waren elkaar te lijf gegaan met een kettingzaag en hakbijl”.
Ethiopië. “Ik zat in een OP waar we ‘s avonds in waren gekropen. Toen ik wakker werd, dacht ik eerst dat het natte zandzakken waren, maar het bleek echter een loopgraaf die tot de nok toe gevuld bleek met lijken. We waren toen honderd kilometer in vijandig gebied en hadden bijna geen water. We hebben vier dagen lang in een lijkenlucht rondgereden.”
Als bij een psychiater de emmer vol dreigt te lopen met de ellende van een ander, gaat hij op een gegeven moment “bij een collega op de bank liggen”, maar militairen doen dat simpelweg niet. Of te laat! Je gaat door, je klaagt niet, einde discussie.
Anti-IED in Uruzgan
Counter-Radio controlled improvised explosive device Electronic Warefare (CREW). Dit zijn stoorzenders die het gebruik van bermbommen moeten verhinderen. Nederland heeft deze anti-IED apparatuur ook ingezet in Afghanistan. De ACOM geeft aan dat zij meldingen van leden hebben gekregen die aangeven dat het gebruik van deze apparatuur gezondheidsklachten heeft veroorzaakt bij hen. Het ministerie van Defensie meldt dat uit onderzoek is gebleken dat de van de zogenoemde jammers afkomstige straling binnen de normen valt.
Volgens de bond is gevraagd om een onderzoek en mogelijke maatregelen, maar het ministerie heeft niet gereageerd. “Bij ons hebben zich tot nu toe zeven militairen gemeld met hoofdzakelijk klachten over hoofdpijn. Het lijkt me niet de bedoeling dat als je werkt je hoofdpijn krijgt als je bepaalde apparatuur inschakelt.”
Het standpunt van Defensie over anti-IED apparatuur: De apparatuur, die wordt gebruikt in de Afghaanse provincie Uruzgan, voor ingebruikname door TNO is onderzocht. Hieruit bleek dat de straling van de apparatuur binnen de normen valt.
Chroom-6
De carcinogene (kankerverwekkende) stof chroom-6 is de laatste tijd veel in het nieuws. Volgens de berichten is bij Defensie verf gebruikt waarin chroom-6 is verwerkt. Medewerkers van Defensie zijn jarenlang blootgesteld aan grote concentraties van deze kankerverwekkende stof, zo zou uit meetrapporten uit 1999 en 2002 blijken. Diverse (ex)werknemers, die daarmee in aanraking zijn gekomen, klagen over gezondheidsklachten. Volgens de berichten zou Defensie al 15 jaar op de hoogte zijn geweest van het feit dat werknemers met chroom-6 in aanraking kwamen en dat iedere blootstelling in principe tot kanker zou kunnen leiden. De zaak over chroom-6 in verf bij Defensie lijkt nog maar het topje van de ijsberg te zijn.
Chroom-6 hecht zich gemakkelijk aan allerlei andere metalen en kan verwerkt worden in onder meer hout, verf en plastic. Tussen de jaren ’60 en ’80 werd het veelvuldig geproduceerd en verwerkt. Sindsdien zijn de gezondheidsrisico’s van chroom-6 bekend en is het gebruik van de stof afgenomen.
Chroom-6 werkt op het genetisch materiaal; het tast het DNA aan waardoor tumoren ontstaan. Bij langdurige blootstelling kan een kleine hoeveelheid chroom-6 waarschijnlijk al kanker veroorzaken. De kans op longkanker is het grootst, maar het wordt ook verdacht van het veroorzaken van kanker in andere organen.
De medewerkers van Defensie die in hangars in onder meer Brunssum en Vriezenveen onderhoud pleegden aan Amerikaanse gevechtsmateriaal hadden geen bescherming.
Het standpunt van Defensie over chroom-6: Bij geen van deze gevallen is sprake van aansprakelijkheid voor gezondheidsschade ten gevolge van enkel één bestanddeel in verf of andere (vloei)stoffen waarmee is gewerkt, dus ook niet voor chroom-6.
Bronvermelding kunt u vinden onderaan Werken bij Defensie – je moet het maar durven (3)