Vooral de hogere inkomens (boven modaal, circa € 35.000 bruto per jaar) en huishoudens met kinderen gaan inleveren. Defensiemedewerkers zonder kinderen met een inkomen beneden modaal gaan er in 2014 op vooruit. Dit blijkt uit koopkrachtberekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) op basis van de gepubliceerde Miljoenennota.
Het valt het instituut op dat voor het eerst sinds vier jaar minder huishoudens in de min komen. Het instituut ziet zelfs een paar plusjes en veel huishoudens waarbij de koopkracht in 2014 gelijk blijft. De cijfers variëren van min 5,2% tot plus 1,3%. Het zijn vooral vijfenzestigplussers met een aanvullend pensioen en samenwonenden waarbij er één werkt met een inkomen boven modaal, die inleveren.
Daarnaast kunnen chronisch zieken en gehandicapten het volgend jaar financieel zwaar krijgen. Allerlei landelijke inkomensondersteunende regelingen worden afgeschaft en vervangen door lokale tegemoetkomingen, waarvan nog onduidelijk is hoe die financieel gaan uitpakken.
Het Nibud heeft voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens de koopkracht voor 2014 berekend. Hieruit blijkt een duidelijk verschil tussen hoge en lage inkomens. Het kabinet stelt verschillende maatregelen voor waardoor hogere inkomens (hoger dan 35.000 euro bruto per jaar) meer inleveren dan de inkomens daaronder. Hoe hoger het inkomen, hoe minder arbeidskorting en algemene heffingskorting. Ook worden belastingschijven niet geïndexeerd waardoor mensen sneller in het hogere belastingtarief vallen.
Tweeverdieners vs. alleenverdieners
Uit verdere berekeningen blijkt ook een duidelijk verschil tussen tweeverdieners en stellen waarbij maar één aan het werk is. Een stel waarbij beiden werken en samen €50.000 verdienen, gaat er volgend jaar € 39,- per maand op vooruit. Een stel waarbij er één werkt en € 50.000 verdient, gaat er volgend jaar € 20,- per maand op achteruit. Dit komt voornamelijk door de arbeidskorting en de afbouw van de algemene heffingskorting voor de niet-werkende partner.
Zorgtoeslag en kinderbijslag
De zorgtoeslag gaat in 2014 omlaag en wordt ook sneller afgebouwd. Hoe hoger het inkomen hoe minder snel men hiervoor in aanmerking komt. Ook wordt de kinderbijslag en het kindgebonden budget niet verhoogd. Bovendien wordt voor kinderen boven de zes jaar vanaf 1 juli de bijslag verlaagd. Daardoor leveren huishoudens met kinderen meer koopkracht in dan huishoudens zonder kinderen. In 2015 worden er nog meer tegemoetkomingen voor ouders afgeschaft.
Gepensioneerden
Vrijwel iedereen met een aanvullend pensioen gaat er in 2014 weer op achteruit. Dit komt vooral door de kortingen op het aanvullend pensioen. Voor chronisch zieken en gehandicapten worden er allerlei landelijke inkomensondersteunende regelingen afgeschaft.
Uw gemeente gaat deze taak (met minder beschikbare financiën) op zich nemen, alleen is nog niet bekend hoe dit financieel gaat uitpakken. Het Nibud hoopt dat daar binnenkort meer duidelijkheid over komt, zodat mensen met extra zorgkosten zich daarop kunnen gaan voorbereiden.
Goed budget beheer eigen portemonnee noodzakelijk
Dit wisselende beeld en de vele veranderingen maken het voor het iedereen belangrijk goed zijn persoonlijke financiën op een rij te zetten. Iets meer verdienen kan leuk lijken, maar als je daardoor in een hogere belastingschijf valt, of juist huur- of zorgtoeslag verliest kan het weer nadelig zijn. Het Nibud raadt iedereen vooral goed naar het eigen financiële plaatje te kijken en een begroting voor 2014 te maken.
Extra tips bij de miljoenennota
- Iedereen met een inkomen tot 110% van het minimum, zoals mensen met een bijstandsuitkering, AOW of minimumloon krijgt in 2014 een eenmalige tegemoetkoming van de gemeente. Een alleenstaande krijgt 70 euro, stellen krijgen 100 euro en een alleenstaande met kinderen krijgt 90 euro.
- Iedereen mag vanaf 2014 aan anderen geld schenken voor de koop of verbouwing van een woning. Maximaal een ton kan belastingvrij worden geschonken.
- Vanaf 2014 mag ieder jaar minder hypotheekrente worden afgetrokken van de belastingen. In 2014 mag 51,5% worden afgetrokken. Dit heeft van jaar op jaar een beperkt koopkrachteffect.
Achtergronden bij de berekeningen
De voorbeeldberekeningen zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. Fiscale voordelen, vakantiegeld, kinderbijslag en dergelijke zijn al bij het netto maandbedrag geteld. Bij de bedragen is het instituut uitgegaan van een inflatie van 2 % en bruto loonontwikkeling van 1,5 %. Alle fiscale regelingen van 2013 en 2014 zijn gebruikt. We zijn er vanuit gegaan dat alle toeslagen en inkomensondersteuning worden aangevraagd.
Er is geen rekening gehouden met de inkomensafhankelijke huurstijgingen, met wijzigingen in de bijzondere bijstand of gezondheidssituatie. De hier genoemde huishoudens zijn slechts voorbeelden, waarbij de situatie simpel is gehouden. Er is geen rekening gehouden met specifieke aftrekposten of bijtellingen. In werkelijkheid gebeurt natuurlijk veel meer in een huishouden. Promotie, veranderen van baan, (gedeeltelijk) stoppen met werken, gezinsuitbreiding e.d. zijn gebeurtenissen die grote invloed hebben op het besteedbare inkomen van huishoudens. Als gevolg van het bovenstaande zullen huishoudens zich nooit helemaal herkennen in de hier gegeven voorbeelden.
Bron: Nibud