Op 25 augustus behandelde de meervoudige kamer van de bestuursrechter een aantal beroepszaken betreffende het AOW-gat bij de uitkeringen op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen (UGM). In de loop van het afgelopen jaar heeft de rechtbank honderden beroepschriften tegen dit AOW-gat ontvangen en de rechtbank heeft uit die grote berg 16 zaken geselecteerd die afgelopen donderdag als ‘representatieve’ kopgroep ter zitting zijn behandeld.
Tijdens de zitting hebben alle partijen uitgebreid hun standpunt naar voren gebracht. Ook de CMHF sector defensie stond haar leden juridisch bij in deze zaak. Namens de CMHF sector defensie werd dit door mr. Bert Blonk gedaan. Tijdens de rechtszitting gaf Defensie aan dat het weliswaar om een fors negatief inkomenseffect gaat, maar dat het voldoende is om van rond te komen. De CMHF heeft reeds in januari van dit jaar in een brief aan de vaste commissie van Defensie kenbaar gemaakt wat de problemen zijn en dat dit tot een netto inkomensverlies van meer dan € 500 kan leiden.
Wachtgelduitkering SBK 2004
Onlangs heeft de CMHF sector defensie, waarvan de ODB deel van uitmaakt, gelijk gekregen bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in het hoger beroep betreffende het AOW-gat bij de wachtgelduitkering. De Raad heeft de Minister opdracht gegeven om nieuwe besluiten te nemen, omdat de Raad de uitkering op grond van de voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd, als onvoldoende heeft beoordeeld. In hoeverre de rechtbank Den Haag zich door deze uitspraak zal laten inspireren, zal moeten blijken. Het belangrijkste verschil is dat burgermedewerkers pas op hun 67e verplicht ouderdomspensioen moeten laten ingaan. Zij zitten dus met een AOW-gat en een pensioen-gat. Bij militairen gaat het pensioen vanaf hun 65e in.
Wat vindt de ODB
De ODB is van mening dat door het beëindigen van de UGM-uitkering bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, onderscheid wordt gemaakt naar leeftijd. Onderscheid naar leeftijd mag in bepaalde omstandigheden: het onderscheid moet gerechtvaardigd kunnen worden door een legitiem doel en het middel moet passend en noodzakelijk zijn. In dit geval is het middel, de voorlopige voorziening, niet passend omdat er een terugval is in inkomsten van minimaal 300 euro netto per maand.
De ODB raadt al langere tijd alle militairen, die een besluit hebben gekregen over hun UGM én waarvan de bezwaartermijn nog open staat, aan om bezwaar aan te tekenen. Alle gewezen militairen waarvan het besluit over de UGM langer terug ligt dan zes weken raden wij aan een verzoek in te dienen voor herziening van het besluit, op grond van de uitspraak van het College.
De rechtbank zou over 6 weken een uitspraak moeten doen, maar kan de termijn met maximaal 6 weken verlengen. Het blijkt dat Defensie inderdaad de termijn met 6 weken heeft verlengd. Defensie geeft wel een reden hiervoor op, namelijk dat begin september overleg zal plaatsvinden met de vakcentrales van overheidspersoneel (lees de bonden). In dit overleg zal gesproken worden over de gevolgen van de uitspraak. Defensie wil dit overleg afwachten, voordat het een nieuwe beslissing op bezwaar neemt. De ODB houdt u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.
bron: HSGO/CMHF sector defensie