Werknemers dreigen in Nederland vogelvrij te raken. In steeds meer sectoren spelen werkgevers spelletjes met hun werknemers. De werkgevers twijfelen namelijk of ze nog wel willen doorgaan met de collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Dat blijkt uit een rondgang van De Financiële Telegraaf langs brancheorganisaties van onder meer horeca, detailhandel, bouw en metaal. Veel ondernemers zijn de starre cao’s zo zat dat ze serieus overwegen de samenwerking met de vakbonden te beëindigen.
De horecawerkgevers zijn hierin al het verst zijn doorgeslagen. Daar is sinds vorig jaar geen cao meer en kan men naar believen doen en laten wat hun goed dunkt. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft eenzijdig bepaald hoe de arbeidsvoorwaarden van het horecapersoneel eruitzien. „We zijn op een nette (volgens KHN) manier tot de conclusie gekomen dat er voor ons niks meer te halen viel”, aldus Lodewijk van der Grinten woordvoerder van de horecawerkgevers.
Dat betekent dat de ondernemers nu zelf, zonder tussenkomst van vakbonden, bepalen hoeveel salaris de obers, koks en ander horecapersoneel erbij mogen krijgen. In de supermarktsector gebeurt iets vergelijkbaars. Daar bestaat de cao formeel nog wel, maar is die al twee jaar verlopen. De werkgevers bepalen hoelang zij die oude afspraken nog blijven uitvoeren. Ook daar is van werkgeverskant eenzijdig besloten met hoeveel procent de lonen omhoog mogen gaan.
De werkgevers vinden de huidige cao’s te dik, te duur en te inflexibel. Hun inzet is dat dit nu móét veranderen. De salarissen moeten omlaag zoals hedge funds, directies en aandeelhouders graag willen zien om hun winsten, bonussen en inkomens in de top verder te kunnen laten stijgen.
ODB: Reikhalzend wordt dan ook uitgekeken naar de uitspraak die de rechter zal moeten doen in het kortgeding dat is aangespannen tussen de bonden en directie van het V&D concern. Als die negatief uitpakt is het hek van de dam. In de horeca is de cao sowieso al jaren moeilijk controleerbaar door de enorme diversiteit en vele kleine tot zeer kleine ondernemingen.
Bron: Dagblad De Telegraaf/Martin Visser
