De fiscale regels voor pensioenopbouw worden per 2015 versoberd. Die fiscale regels worden in de wandelgangen het Witteveenkader genoemd. De opzet erachter is dat door de geringere pensioenopbouw de premies dalen, waardoor de minister van Financiën meer geld in kas houdt. Dit Witteveenkader raakt natuurlijk ook de pensioenregeling voor het defensiepersoneel. De huidige pensioenregeling voor militairen past niet meer binnen de nieuwe fiscale kaders die per 1 januari 2015 van toepassing zijn.
Het Witteveenkader bepaalt hoeveel jaarlijks maximaal mag worden afgetrokken voor de opbouw van een pensioen. Op deze wijze wordt een pensioen opgebouwd zonder dat men bij inleg van de premie belasting daarover betaalt. Het pensioenvermogen, dat wordt opgebouwd door de ingelegde premie, is bovendien gedurende de hele periode van inleg vrijgesteld van belastingheffing en kan zo belastingvrij aangroeien. Het betalen van inkomstenbelasting wordt naar later doorgeschoven.
In de afgelopen maanden hebben de Centrales van Overheidspersoneel met Defensie onderhandeld om een fiscaal zuivere regeling voor de militaire pensioenen neer te leggen, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat bij militairen sprake is van een zogenaamde eindloonregeling. Vlak voor het zomerreces hebben de Centrales in een regulier overleg wederom met Defensie om de tafel gezeten. Zelfs medewerkers van het APG, de uitvoeringsorganisatie van ABP, waren bij dit overleg aanwezig.
Door de aanscherping van de wettelijke regels betekent dat de huidige pensioenopbouw niet ongewijzigd kan worden voortgezet. De inkleuring van deze nieuwe wettelijke regelingen door de belastingdienst leidt ertoe dat de voorstellen van Defensie en het ABP vooralsnog niet zijn overgenomen.
Defensie en de Centrales kijken op dit moment in de volle breedte naar de rechtspositie van de militair. Dat gebeurt vanuit het besef dat die rechtspositie aan “onderhoud” toe is. Er is, zo stelt men duidelijk, geen bezuinigingsdoelstelling. Enerzijds vindt de ODB dat in de huidige rechtspositie meer aandacht moet komen voor de bijzondere positie van de militair en de (financiële) waardering daarvan, anderzijds ziet de ODB dat mede ten gevolge van de bijzondere positie van de militair zijn/haar rechtspositie op verschillende vlakken flink nadelig begint af te wijken van wat buiten Defensie gebruikelijk is.
Op basis van het kabinetsbeleid voelt Defensie vanwege die afwijkende rechtspositie dan ook veel druk vanuit andere departementen om onze rechtspositie te wijzigen, zoals hierboven reeds geschetst in de pensioendiscussie. Het gevaar is dat allerlei complexe trajecten naast en door elkaar gaan lopen. Dat zal een reële voortgang erg gaan belemmeren. Het voorstel is om zoveel mogelijk rust bij de stukken te houden in de periode dat het overleg plaatsvindt over de complexe thema’s van de pensioenstelsel wijzigingen. Na het zomerreces van minister Hennis zal dit voorstel in een overleg tussen minister en de Centrales worden besproken.
Ook bij Shell wordt de pensioenregeling als een dusdanig belangrijke arbeidsvoorwaarde gezien, dat het nieuwe Witteveenkader als te beperkt wordt ervaren. Shell is creatief en heeft de fiscus voorgesteld om op sommige punten meer pensioen op te bouwen dan wettelijk mogelijk is en op andere punten weer minder, zodat uiteindelijk een gemiddeld even hoog pensioen resteert bij dezelfde premie. Op dit moment heeft het ministerie van Financiën nog niet gereageerd op de Shell plannen.
bron: abp/prodef