Na vijftien jaar heeft Erik Jurriëns tijdens de aankomende Algemene Ledenvergadering in het vormingscentrum Beukbergen afscheid genomen als voorzitter van dè Defensiebond ODB. “Enerverend en uitdagend,” antwoordt hij op de vraag hoe hij de afgelopen 180 maanden zou beschrijven. Hoewel veel zaken anders zijn gelopen dan hij had verwacht, blikt Erik toch met een warm gevoel terug.
Terwijl we Jurriëns spreken, is hij in alle vroegte op weg van zijn woonplaats Julianadorp naar Houten, waar hij een afspraak heeft met een van de vele partners die deel uitmaken van de Onafhankelijke Defensiebond. Net als vijftien jaar geleden begint de voormalige voorzitter aan een volgende fase in zijn leven, die nieuw voor hem is. “Zijdelings heb ik de nodige tips meegekregen, maar het klopt dat ik als adviseur weer veel nieuwe dingen mag gaan leren. Het wordt weer een spannende tijd: de komende 6 á 7 jaar zullen bepalend zijn voor de Defensiebond. Het is mooi om daar als adviseur een rol in te mogen spelen.”
Vooruitgang
Terug naar het begin. Jurriëns werd 15 jaar geleden aangetrokken toen de vereniging in crisis verkeerde. Er lag een behoorlijk pittig dossier te wachten, dat gelijk werd aangepakt. Zelfs nu is nog niet alles opgelost, maar we hebben in deze tijd wel degelijk stappen voorwaarts gezet. Op de komende ALV wordt er gestemd over nieuwe reglementen en er komt een klachten- en adviescommissie. “Dus op het gebied van de opbouw van de defensiebond heb ik mijn steentje kunnen bijdragen. Terugkijkend geeft dat erg veel voldoening.” Net als het feit dat het tijdens de bestuursperiode van Jurriëns gelukt is om alle schulden weg te werken en de omschakeling naar een vertegenwoordiging van uitsluitend actief dienend defensiepersoneel in gang te zetten. “Dat was ook een dossier dat al wat langer op het bordje van de voorzitter lag, en ik ben trots op het feit dat we dat met succes hebben kunnen afronden. Tot mijn aftreden zat ik nog wel in het Hoofdbestuur, maar ik bemoei me niet meer inhoudelijk met beleidsstukken. Maar het is een mooie conclusie dat de defensiebond ODB erop vooruit is gegaan binnen Defensie, maar ook voor onze leden buiten het militaire wereldje.”
Gezonde spanning
In een interview bij zijn aantreden als voorzitter ging het ook over de rolverdeling tussen hoofd- en afdelingsbesturen binnen de ODB. Vindt Jurriëns dat dit ondertussen voldoende gestalte heeft gekregen? “Ja en nee. Aan de ene kant is het nog steeds een krachtenveld waarbinnen mensen hun positie binnen de ODB proberen te vinden. Wie is nu precies waarvoor verantwoordelijk? Daar zit altijd gezonde spanning op. Dat zei ik toen, en dat is nog steeds zo. Ik denk ook dat dat zo zal blijven. Aan de ene kant ben je één vereniging, aan de andere kant wil je ook dat de negen hoofdsectoren met hun eigen bestuurders op hun eigen gebied eigen initiatieven laten ontplooien. Er zijn wel degelijk stappen gezet, maar het is aan de nieuwe voorzitter Danny van Hoewijk om dat nog meer handen en voeten te geven.”
Vakbondswereldje
In eerder interview vertelde Jurriëns dat hij de eerste maanden vooral zou gebruiken om de vakbond beter te leren kennen. Hoe kijkt hij nu terug op het vakbondswereldje? “Laat me vooropstellen dat de coronaperiode veel roet in het eten heeft gegooid. Daardoor heb ik – en niet alleen ik – veel bijeenkomsten en evenementen gemist of moeten schrappen. In de afgelopen drie jaar heb ik minder mensen in levenden lijve kunnen spreken dan ik had gewild. Maar ik kan wel zeggen dat het beeld dat ik had, aardig bleek te kloppen. Het mooie aan de opbouw van een vakbond is dat het om individuele belangenbehartiging gaat, wat bij ons goed zichtbaar is. Dat maakt het tot een branche waarin iedereen in eerste instantie mooi werk wil verrichten, dat graag wil laten zien en daar ook trots op is.”
Op dezelfde ALV waar Erik Jurriëns afscheid neemt, wordt zijn opvolger voorgedragen. Danny van Hoewijk, voormalig vicevoorzitter van dè Defensiebond ODB en jurist bij genoemde vakbond. Wat wil Jurriëns, Van Hoewijk meegeven? “Danny kent de vakbondssector goed, hij weet hoe de hazen lopen en kent veel onderdelen en vooral onze mensen al. Ik wil niet over mijn graf heen regeren, maar ik hoop wel dat hij voortbouwt op de stappen die wij in de afgelopen vijftien jaar hebben gezet en daar ook alle medewerking voor krijgt. Ik heb er alle vertrouwen in. Ik vind hem een zeer geschikte opvolger.”

Tekst: Redactie ODB
Afbeelding: Redactie ODB