In 2015 komen er aardig wat veranderingen op fiscaal gebied. Er komt een eind aan de verhoogde schenkingsvrijstelling voor besteding aan een eigen huis. Er wordt flink gekort in het aantal kindregelingen. Belastingtarieven veranderen.
Schenkingsvrijstelling
De eenmalig verhoogde fiscale vrijstelling voor schenkingen die moest worden besteed aan een eigen woning was succesvol, maar stopt per 1 januari 2015. De vrijstelling wordt verlaagd naar 51.407 euro. Ook geldt er weer een leeftijdsgrens, de ontvanger moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn.
Naast de eenmalige belastingvrije schenking voor de eigen woning, bestaat er overigens ook nog steeds een eenmalig verhoogde vrijstelling van 52.281 euro voor de bekostiging van een dure studie. De schenking moet dan wel notarieel zijn vastgelegd.
Daarnaast is er een volledig vrij besteedbare eenmalige schenkingsvrijstelling van 25.096 euro.
Verder mag iedereen jaarlijks belastingvrij schenken:
- 5.229 euro voor een schenking van ouder aan kind;
- 2.092 euro voor overige schenkingen.
Kindregelingen
Ouders worden vanaf januari geconfronteerd met veel veranderingen. De overheid gaat, behalve voor minimum inkomens, minder bijdragen aan de kosten van kinderen. Bij werkloosheid bestaat er langer recht op de kinderopvangtoeslag.
Het stelsel van kindregelingen wordt vereenvoudigd en versoberd. In plaats van elf regelingen zijn er straks nog maar vier: de kinderopvangtoeslag, de combinatiekorting, het kindgebonden budget en de kinderbijslag. Sommige regelingen gaan op in het kindgebonden budget.
Kindgebonden budget
Voor deze regeling komt in totaal meer geld beschikbaar, maar er vinden wel enkele verschuivingen plaats. De inkomensgrens voor deze tegemoetkoming gaat naar beneden. Ouders met een inkomen tot circa 23.000 euro en twee of meer kinderen krijgen volgend jaar meer kindgebonden budget. Andere ouders ontvangen minder.
Alleenstaande ouders krijgen straks meer kindgebonden budget: maximaal 3.050 euro, afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Heb je een kind van 16 of 17 jaar, dan kun je vanaf augustus 2015 een extra bedrag aan kindgebonden budget tegemoet zien.
Kinderopvangtoeslag
Bij baanverlies behoud je langer recht op kinderopvangtoeslag; zes maanden, in plaats van drie.
De maximum uurprijs (het door de overheid bepaalde uurtarief) wordt aangepast. Komend jaar bedraagt dit tarief 6,84 euro voor opvang in het kinderdagverblijf (was 6,70 euro).
Voor buitenschoolse opvang wordt het uurtarief 6,38 euro (nu nog 6,25 euro).
Voor gastouderopvang komt het bedrag uit op 5,48 (tegen 5,37 euro in 2014).
Vergeet met het oog op deze verhoging niet de actuele uurtarieven die jij betaalt tijdig door te geven aan de Belastingdienst.
Heb je meer kinderen die kinderopvang genieten, dan krijg je voor het kind met de meeste opvanguren een lagere vergoeding. Krijgen de kinderen evenveel opvanguren en verschillen de kosten, dan krijg je voor het kind met de hoogste kosten een lagere vergoeding en dus minder kinderopvangtoeslag. Dit geldt nu nog voor het kind met de laagste kosten.
Aftrek kosten levensonderhoud minderjarige kinderen
De aftrek van kosten voor het levensonderhoud (kinderalimentatie) van kinderen onder de 21 jaar vervalt. Het gaat om kinderen die nog niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Als jij een kind onderhoudt, bestond de mogelijkheid om onder voorwaarden een forfetair bedrag af te trekken.
Betaal je kinderalimentatie, kijk dan of je straks niet teveel betaalt en ga in overleg met je ex-partner. Ontvang je kinderalimentatie, dan verandert er niets, omdat je geen belasting betaalt over kinderalimentatie.
Let wel, de wet verplicht je om je kind te onderhouden tot de 21ste verjaardag, ongeacht of het kind in eigen onderhoud kan voorzien of zelfs trouwt.
Belastingtarieven
De tarieven in box 1 en 2 wijzigen. In box 1 (inkomen uit werk en woning) ga je naar verhouding meer belasting betalen als je meer verdient. Het tarief voor de eerste schijf stijgt met 0,25 procentpunt naar 36,5 procent. Ook wordt de algemene heffingskorting sneller afgebouwd naarmate je inkomen hoger wordt.
De arbeidskorting gaat omhoog, bovenop de verhoging die al eerder is doorgevoerd. In totaal loopt het voordeel op tot ongeveer 500 euro. Voor hogere inkomens pakt de maatregel licht negatief uit.
Het tarief in box 2 (inkomen uit een aanmerkelijk belang) gaat weer omhoog van 22 procent naar 25 procent. Het tarief in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) blijft gelijk.
Heffingskortingen zijn kortingen op het belastbaar inkomen. Hiervan zijn er: de arbeidskorting, de algemene inkomensafhankelijke heffingskorting, de inkomensafhankelijke combinatiekorting, de ouderschapsverlofkorting en de levensloopverlofkorting.
De algemene inkomensafhankelijke heffingskorting wordt komend jaar sneller afgebouwd naarmate het inkomen hoger wordt. Tot een inkomen van 50.000 euro wordt deze korting hoger dan nu, maar vanaf een inkomen hierboven gaat deze omlaag.
De alleenstaandeouderkorting vervalt.
De ouderschapsverlofkorting vervalt.
De AOW-leeftijd wordt met nog eens één maand verhoogd, naar 65 jaar plus drie maanden. Verder wordt vanaf 1 april 2015 ingegrepen in de AOW-partnertoeslag. AOW-gerechtigden kunnen dan geen toeslag meer krijgen voor een partner die nog geen AOW-ontvangt. Dit geldt alleen voor nieuwe gevallen.
ODB Belastingservice