De regeringspartijen PvdA en VVD zijn van mening dat toekomstige aanvullende schadeclaims die door veteranen worden ingediend, niet ten koste moeten gaan van de begroting van het ministerie van Defensie. Zij willen dat minister van Defensie Hennis gaat onderzoeken hoe de bekostiging anders kan.
Angelien Eijsink (PvdA) maakt zich “grote zorgen” over de gevolgen van aanvullende claims voor de Defensiebegroting, zei ze maandag 20 juni tijdens een overleg in de Tweede Kamer. De afgelopen jaren trok Defensie al de portemonnee om 230 miljoen euro uit te betalen voor toegekende schadeclaims van (oud-)militairen die op missies in het buitenland zijn (waren) geweest.
Het is “onherroepelijk” dat er nieuwe claims komen, aldus de politica. Het zal dan zeker gaan om oud-militairen die in Bosnië en Libanon hebben gediend. Eind vorig jaar oordeelde de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat Defensie haar zorgplicht (voor de zoveelste maal) heeft geschonden bij een Libanonveteraan. Er lopen nog bijna vijfhonderd aanvullende claims bij Defensie.
Hennis zei dat ze het “zeer eens is met de Kamer” dat het betalen van de claims “een gedeelde verantwoordelijkheid” is van het kabinet. Ze liet weten met de minister van Financiën over de kwestie te gaan spreken.
Mening ODB
De ODB vindt dat een Nationaal Fonds Ereschuld moet worden opgericht. Een Fonds waar politie-, brandweer-, ambulance- en defensiepersoneel op terug moeten kunnen vallen, als zij door toedoen van hun ‘in the line of duty’-werkzaamheden lichamelijk en/of psychisch gewond zijn geraakt en de gevolgen daarvan, veelal hun hele leven lang, dagelijks ervaren.
Bron: de Telegraaf/mindef/redactie