Inkomstenbelastingtarief eerste schijf omlaag
Het tarief van de eerste schijf in de inkomstenbelasting gaat omlaag van 37,07 procent in 2022 naar 36,93 procent in 2023. De grens van de eerste tariefschijf gaat omhoog van 69.398 euro in 2022 naar 73.031 euro in 2023.
Hypotheekrenteaftrek
De huidige afbouw van de hypotheekrenteaftrek leidt tot een maximering van de aftrek op het basistarief van 36,93 procent in 2023. Hierna wordt de hypotheekrenteaftrek niet verder afgebouwd.
Middelingsregeling afgeschaft
De middelingsregeling in de inkomstenbelasting wordt per 2023 afgeschaft. Dit houdt in dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover middeling mogelijk is.
Middeling wordt alleen toegepast indien er in drie opeenvolgende jaren een grote schommeling aan jaar-inkomen is.
Box 2:
Hieronder valt bijvoorbeeld kapitaal wat is uitgeleend en wat (met interest) wordt terugbetaald over een langere periode. Een aanmerkelijk belang hebben in bijvoorbeeld aandelen (minmaal 5%) tbv een opgericht bedrijf.
In box 2 wordt een 2 schijven tarief gehanteerd vanaf 2024.
Het huidige box 2-tarief bedraagt 26,9 procent.
Per 2024 krijgt box 2 twee schijven. De eerste schijf belast tot 67.000 euro aan box 2-inkomsten per persoon tegen een tarief van 24,5 procent en voor de tweede schijf geldt een tarief van 31 procent over het meerdere.
Afbouw algemene heffingskorting met verzamelinkomen per 2025
Naast het box 1-inkomen, gaat per 2025 het totale verzamelinkomen, dus ook het inkomen uit box 2 en 3, meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) afgeschaft
De IACK wordt vanaf 2025 afgeschaft. Ouders met (een of meer) kinderen die zijn geboren vóór 1 januari 2025 behouden nog wel recht op IACK. Als gevolg hiervan vervalt de IACK met ingang van 2037 geheel. Dan zijn er geen ouders meer met kinderen jonger dan 12 jaar.
Toch geen hogere ouderenkorting
Om de verhoging van de AOW-uitkering (deels) te dekken, gaat de in het coalitieakkoord voorgestelde verhoging van de ouderenkorting niet door. Deze wordt slechts geïndexeerd.
Verhoging arbeidskorting
De arbeidskorting wordt verhoogd, met name om de middeninkomens te bereiken. Het maximale bedrag aan arbeidskorting gaat van 4.260 euro naar 5.052 euro. Vanaf een inkomen van 37.626 euro (voorheen 36.649 euro) wordt deze met een percentage van 6,51 procent (voorheen 5,86 procent) afgebouwd tot nihil.
Periodieke giftenaftrek afgetopt
De periodieke giftenaftrek voor giften aan ANBI’s wordt afgetopt tot 250.000 euro per huishouden per jaar. De uitwerking van deze maatregel volgt bij een nota van wijziging.
De grens van 250.000 euro geldt per kalenderjaar en per belastingplichtige en de eventuele fiscale partner samen. Uitgezonderd zijn de verplichtingen tot periodieke giften die al op 4 oktober 2022, 16:00 uur zijn aangegaan. Deze periodieke giften zijn tot en met 31 december 2026 nog volledig aftrekbaar. Door een overgangsperiode van vier kalenderjaren te hanteren voor periodieke giften die vóór 4 oktober 2022, 16.00 uur, zijn aangegaan, zijn deze periodieke giften in ieder geval gedurende vijf kalenderjaren volledig aftrekbaar. Een overgangsperiode van vier kalenderjaren geldt ook wanneer de verplichting is aangegaan voor een periode langer dan vijf kalenderjaren. Het plafond van 250.000 euro is exclusief de multiplier voor giften aan culturele ANBI’s.
Aanpassing culturele multiplier voor partners
De multiplier voor giften aan culturele ANBI’s blijkt tot nu toe onjuist te zijn toegepast. De huidige wettekst biedt partners gezamenlijk de mogelijkheid om deze giften met een multiplier van 25 procent te verhogen tot 2.500 euro. De wettekst wordt nu zo veranderd dat giften van partners gezamenlijk kunnen worden verhoogd tot ten hoogste 1.250 euro, in lijn met de huidige uitvoering. Voor partners die toch recht hadden op de hogere aftrekpost in belastingjaren 2017-2022 volgt nog een tegemoetkoming.
Vergoeding kinderopvang
De kinderopvangtoeslag wordt in de toekomst vervangen door een vergoeding van de kinderopvang voor werkende ouders, die direct wordt uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen. Ouders betalen nog een kleine eigen bijdrage. Oorspronkelijk was per 2025 een vergoeding van 95 procent voorgesteld, dit wordt nu 96 procent.
Hoger kindgebonden budget
Ouders ontvangen een hoger kindgebonden budget. Daarnaast gaat het bedrag voor het derde kind omhoog, waarmee dit gelijk wordt aan het bedrag voor het tweede kind. Ook wordt het hogere bedrag voor alleenstaande ouders verhoogd.
Huurtoeslag
Het kabinet bereidt de wijzigingen in de huurtoeslag voor die in het coalitieakkoord staan. Het gaat om het per 2024 invoeren van normhuren, het afschaffen van subsidiëring van de servicekosten, het afschaffen van de maximum huurgrenzen en het verlagen van de jongeren leeftijdsgrens van 23 naar 21 jaar. De maximale huurgrens wordt mogelijk per 2024 afgeschaft en er komt een systeem van normhuren op basis van inkomen. Daarnaast gaat de huurtoeslag met 16,94 euro per maand omhoog.
Eenmalige verhoging zorgtoeslag
De zorgtoeslag wordt eenmalig verhoogd met 412 euro.
Toeslagpartnerbegrip bij opvang Oekraïners
Het recht op toeslagen is niet alleen afhankelijk van het inkomen en vermogen van de aanvrager van de toeslag zelf, maar ook van het inkomen en vermogen van diens partner. Voor de huurtoeslag geldt tevens dat de hoogte ervan afhankelijk is van het inkomen en vermogen van eventuele medebewoners.
Om negatieve inkomenseffecten bij gasthuishoudens die ontheemde Oekraïners opvangen te voorkomen, wordt het toeslagpartnerbegrip niet van toepassing verklaard op ontheemde Oekraïners. De maatregel zal gelden zo lang de EU-richtlijn van kracht is waardoor ontheemde Oekraïners nu beschermd worden.
Toeslagpartnerbegrip bij wegens huiselijk geweld gevluchte personen
Voor het recht op toeslag is onder andere van belang of iemand alleenstaand is of een toeslagpartner heeft. Echtgenoten worden altijd aangemerkt als toeslagpartner, ook als zij niet op hetzelfde adres wonen. Dit kan leiden tot verschillende knelpunten bij gehuwde personen die vanwege huiselijk geweld verblijven in een erkende opvang. Zo kan het zijn dat de toeslag nog wordt overgemaakt naar de bankrekening van de achtergebleven partner. Of dat de gevluchte persoon vanwege een toeslagpartner geen recht heeft op verhoging van het kindgebonden budget voor alleenstaande ouders. Om deze knelpunten te voorkomen, wordt een getrouwd persoon die in een opvang verblijft op verzoek niet als toeslagpartner aangemerkt voor de duur van dat verblijf.
Tekst: Belastingservice ODB
Foto: Redactie ODB