Defensie gaat de persoonlijke gevechtsuitrusting van militairen vervangen. De belangrijkste reden is dat de huidige uitrustingsstukken niet voldoen en steeds meer tekortkomingen vertonen. Voor de toekomstige veiligheid van het personeel is een moderne en samenhangende uitrusting nodig. Staatssecretaris Visser stuurde 8 mei een brief over aan de Kamer.
Reeks projecten
De verbetering van de persoonlijke uitrusting bestaat uit een reeks projecten. Eén daarvan is ‘vervanging gevechtsuitrusting’. Het gaat hierbij over de aanschaf van een samenhangend systeem van een draagvest en extra uitrustingsstukken, zoals draagtassen, kogel- en scherfwerende platen en een rugzak.
Samenhangend systeem
De huidige gevechtsuitrusting bestaat uit een gevechtsvest, ook wel ‘opsvest’ genoemd, met verschillende opbouwtassen, een rugzak en een drinksysteem. Deze uitrusting is in 2005 ingevoerd. Daarnaast schafte Defensie in de loop der tijd beschermingsmiddelen aan, zoals kogel- en scherfwerende platen en een draagvest. Voor hedendaagse oorlogsvoering is een samenhangend gevechtsuitrusting belangrijk. De werkgever wil daarom een modern systeem gevechtsuitrusting en ballistische bescherming dat wel bij elkaar past.
„Ballistische bescherming op uitleenbasis”
Het gaat om ongeveer 25.000 sets persoonlijke gevechtsuitrusting. Specifiek voor operationele inzet ongeveer 10.000 sets ballistische bescherming op uitleenbasis. Deze uitrusting is niet voor de gevechtseenheden. Deze uitrusting wordt aangeschaft via het project ‘Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem’ (VOSS).
Eisen en wensen
Door de vele missie-ervaringen zijn de eisen en wensen hoger geworden ten aanzien van de nieuwe gevechtsuitrusting. Die is voor wereldwijd gebruik, onder uiteenlopende klimaatomstandigheden, bij lage én hoge dreiging en voor opleiding en training. Bescherming, functionaliteit, veiligheid, pasvorm en comfort staan centraal. Tegelijkertijd moet het degelijk en duurzaam zijn om de instandhoudingskosten binnen de perken te houden. Het project kost tussen de € 25 miljoen en € 100 miljoen en loopt van 2019 tot en met 2023.
Mening ODB
Elke verbetering van PSU is er één om toe te juichen. Te lang hebben eenheden het moeten doen met een allegaartje aan uitrustingsstukken, er werden zelfs eigen middelen aangeschaft. Een goede zaak dus, echter er zijn wel wat puntjes van aandacht: 1) instandhoudingskosten moeten binnen de perken blijven – dit riekt al naar bezuinigingen terwijl voor de ODB geen kosten te hoog zijn inzake de veiligheid en comfort van militairen; 2) bescherming op uitleenbasis geeft de indruk dat misschien meer geïnvesteerd moet worden om voldoende middelen voorhanden te hebben.
Bron: Mindef/redactie
Foto: AVDD
