Nederland gaat alle reservedelen voor alle F-35 toestellen in Europa opslaan. Dat heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie 16 augustus bekend gemaakt. Het gaat om opslag, verzending en het beheer van reservedelen van meer dan 400 F-35’s voor de komende decennia. Het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) van de Koninklijke Luchtmacht gaat deze opslag beheren.
Minister Hennis hoorde het goede nieuws gisteren in het Pentagon van haar Amerikaanse collega James Mattis zelf. De baas van het F-35-programma, vice admiral Mathias Winter, informeerde haar later over de details.70 Nederlandse bedrijven zouden ook van deze opdracht profiteren
Prachtig nieuws
Hennis: “Na jaren van politieke discussie zien we nu dat de beslissing om de F-35 als opvolger voor de F-16 te kiezen ook economisch de verwachtingen meer dan waarmaakt. Operationeel is dat het beste toestel en het zorgt ook voor opdrachten voor het Nederlandse bedrijfsleven. Prachtig nieuws voor Nederland en ook een compliment aan de Nederlandse industrie. Het is illustratief voor de samenwerking tussen overheid en industrie en de kwaliteit van onze bedrijven, op een dag met zulke goede berichten over de economische groei.”
Ook minister Henk Kamp (VVD) van Economische Zaken reageert verheugd op het nieuws: “Met de komst van het Europese distributiecentrum voor F-35-onderdelen wordt de positie van Nederland als distributieland bevestigd en verder versterkt. Dit is goed voor onze werkgelegenheid en levert naar verwachting enkele honderden miljoenen aan extra omzet voor onze distributiesector op.”
Competitie
De bedrijven worden betrokken bij het beheer van de reservedelen. Drijvende kracht achter het binnenhalen van deze opdracht is OneLogistics. Dit samenwerkingsverband van Nederlandse bedrijven uit de Topsector Logistiek, kennisinstellingen en de ministeries van Defensie, Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu heeft zich ingespannen om dit werk naar Nederland te halen. De competitie om de opslag en logistieke aspecten van reservedelen begon in 2016. Nederland moest concurreren met diverse andere Europese partners.
Minister Melanie Schultz van Haegen (VVD): “Mooi om te zien dat de investeringen in de Topsector Logistiek zich op deze manier uitbetalen. Dit is goed voor de business en goed voor ons land.”
Geïntegreerde aanpak
Het onderhoud aan de F-35 wordt slim aangepakt. De onderdelen gaan naar een centrale opslagplaats in Europa. Vanaf daar zijn ze snel te verpakken en te verzenden, inclusief de douaneafhandeling en exportvergunningen.
Dit European warehouse op het LCW krijgt een vooruitgeschoven post op Schiphol. Dit omdat vervoer niet alleen over de weg gaat, maar ook via de lucht. Met de door Nederland voorgestelde aanpak worden de logistieke kosten laag gehouden, de voorraden geoptimaliseerd en moet een goede beschikbaarheid van F-35-toestellen worden behaald. Vanwege de geïntegreerde aanpak koos het Pentagon voor het Nederlandse voorstel.
De komst van het warehouse is de eerste stap naar een modern logistiek concept voor F-35- onderdelen in Europa. Nederland laat met het binnenhalen van dit centrum zien dat het een koploper is in de logistiek.
Motorenonderhoud
Nederland was eerder al aangewezen als een van de landen die de motoren van de nieuwe gevechtsvliegtuigen onderhoudt, samen met onder meer Australië, Noorwegen en Turkije. Op het LCW worden een proefopstelling en werkplaats gebouwd als onderdeel van de wereldwijde onderhoudsinfrastructuur voor de F-35-motoren.
Nederland is sinds 2002 partner in het F-35 programma. Het bedrijfsleven profiteert van opdrachten voor de bouw en instandhouding van de F-35. De Nederlandse regering besloot in 2013 om de F-16 te vervangen door de F-35. Het toestel voldoet aan de operationele eisen van ons land en de deelname aan het programma genereert compensatieopdrachten en werkgelegenheid voor bedrijven.
Naast onderhoud aan motoren, de startmotor van de F-35 en het landingsmechanisme is dit het vierde succes op het gebied van instandhouding van de F-35 voor Nederland in relatief korte tijd.
Bron Mindef
Foto: Sjoerd Hilckmann / MediaCentrum Defensie / mcd@mindef.nl