Nederland zou volgens de SPD graag meer landmacht brigades onder Duits commando willen plaatsen aldus het blad Die Welt. De Duitse politiek wil namelijk duidelijke stappen maken in de vorming van een Europees leger en is van mening dat dit geen eenrichtingsverkeer moet worden.
Op 12 juni jl. werd in het dorp Stadtallendorf van de Duitse deelstaat Marburg-Biedenkopf een mijlpaal in de Europese militaire geschiedenis bereikt. Twee Europese defensie ministers Ursula von der Leyen en Jeanine Hennis-Plasschaert zijn op die dag voor een symbolisch ceremonieel naar deze stad gekomen. In een bijzondere gezamenlijke ceremonie met ongeveer 3.000 belangstellenden werd de 11e Luchtmobiele Brigade van de Koninklijke Landmacht (2.100 man) ondergebracht onder het commando van de Division Schnelle Kräfte van de Bundeswehr. Nooit eerder is een militaire organisatie van een Europees land volledig geïntegreerd in een grotere eenheid van een ander Europees land; nooit eerder heeft een staat afstand gedaan van een elementair deel van zijn soevereiniteit.
Een “mijlpaal van integratie” noemde Hennis-Plasschaert (VVD) de opmerkelijke stap van de Nederlandse regering. Haar Duitse collega Ursula von der Leyen (CDU) sprak over de start van een “nieuw tijdperk” dat moet leiden tot de vorming van één Europees leger. En zo stelde ze, dat beide landen bereid moeten zijn om deze samenwerking ook op andere onderdelen verder te intensiveren. Zoals blijkt uit een brief van Duitse luitenant-generaal Bruno Kasdorf aan de voorzitter van de defensie-commissie in de Duitse Bondsdag, Hans-Peter Bartels (SPD), blijkt dat de volgende zwart-rood-oranje samenwerkingsproject alweer wordt voorbereid. De volgende stap zal de volledige integratie worden van de Nederlandse 43e Gemechaniseerde Brigade (Havelte) in de 1ste Duitse Pantserdivisie.
In de brief van de Inspecteur van het Duitse leger, die in het bezit is van het blad Die Welt, wordt dit plan in ieder geval genoemd. Daarna is het de bedoeling de opleiding tactische vuursteun van Nederland wordt samengevoegd met de artillerieschool van het Duitse leger in Idar-Oberstein. In deze toekomstige gezamenlijke opleiding “tactische vuursteun” wordt België ook genoemd. Zelfs Oostenrijk en Frankrijk hebben interesse getoond voor deelname aan deze school en integratie. Kasdorf: “Over het algemeen kan men zeggen dat het Duitse leger het voortouw heeft genomen bij deze internationale samenwerking”. In aanvulling op de geplande samenwerking met Nederland aan de westelijke zijde van Duitsland richt het land zich ook naar de buurlanden in het zuiden en oosten. “De bilaterale samenwerking met Oostenrijk en Polen krijgt op dit moment evenveel aandacht. “Hoewel het vooral om gezamenlijke opleiding in samenwerking met Oostenrijk gaat bijvoorbeeld in ” specifieke berg trainingen”.
Ook wordt bekeken of een intensivering in de samenwerking met Polen op eenzelfde manier vorm gegeven kan worden als die met Nederland”. Op het niveau van docenten is in ieder geval al een overeenkomst gesloten, “om de uitwisseling van eenheden / organisaties te bestuderen”, schrijft Kasdorf. Enkele besluiten zijn daarover al genomen zoals de versterking van het Multinationale Corps Northeast in Szczecin en een grotere gezamenlijke opleiding, gedacht wordt aan een gezamenlijke opleiding van officieren.
Bartels is in zijn nopjes over al deze toezeggingen. “Het uur is gekomen om eindelijk concrete stappen in de richting van een Europese leger te zetten”, volgens de Duitse politicus. En vervolgt “met betrekking tot de middelen van de nationale strijdkrachten en de taken van de VN, de NAVO is de EU-integratie een rationele eis, van alle Europese landen”. We hebben te weinig financiële middelen, daarnaast hebben we ook te veel nieuwe uitdagingen op veiligheidsgebied. In de afgelopen jaren hebben wij in Europa geleerd bij uitzendingen nauw samen te werken met onze partnerlanden. Waarom zouden we dat dan ook niet in Europa zelf doen op het gebied van Defensie.
De voorzitter van een Duitse Defensie Commissie geeft daarbij aan dat de fiscale soevereiniteit van Europese landen op lange termijn geen eenrichtingsweg moet blijven. Zelfs Duitsland moet bereid zijn om zijn soldaten onder het commando van een bondgenoot te plaatsen . Als het leger nu praat over een samenwerking met Polen, “dan moeten we bereid zijn, ook een eenheid van Duitsland onder het commando te stellen van een Poolse divisie”.
Hetzelfde geldt voor de maritieme samenwerking met Nederland, ook hier heeft Bartels een specifiek project in gedachte.: “. Duitsland moet nadenken over de vraag of het echt wel nodig is om een amfibische strijdkracht op te bouwen bij de Duitse marine” Zo is de Duitse marine momenteel bezig met de aanschaf van twee “Joint Support Ships”, dat kost de Duitse belasting betaler per schip ongeveer 400 miljoen euro. Nederland, Denemarken en Engeland hebben deze capaciteit al”, zegt Bartels. “Dus is het niet meer dan logisch om het model van de samenwerking van het Leger ook te laten toepassen op maritiem gebied. Maar wel met dit verschil dat Nederland hierin het voortouw moet nemen en Duitsland is bereid hierin te participeren.
De land- en zeestrijdkrachten van Nederland en Duitsland zijn zeker baanbrekend. Ze hebben zelfs een gemeenschappelijk symbool ontwikkeld voor deze militaire samenwerking. Het embleem van het Nederlandse leger is de leeuw, de Duitse tegenhanger de Duitse adelaar. Defensie heeft deze twee dieren verenigd en omgedoopt tot een nieuw gevormde mythisch wezen “De Griffioen” die de verbinding tussen het Duitse en het Nederlandse leger symboliseert . Het staat voor de verdieping en verbreding van de samenwerking tussen de twee legers. en voor de kracht van deze gemeenschap. ”
De ODB houdt al deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Nog niet zo lang geleden werd in de Tweede Kamer vertelt dat internationale samenwerking geen verlies van soevereiniteit zou inhouden. In Duitsland wordt dus iets anders gezegd tegen hun parlementariërs, heel apart. De ODB is natuurlijk voor internationale samenwerking, het mag echter niet ten koste gaan van werkgelegenheid, verworven rechtspositie en verlies van inkomen. Het kan geen toeval zijn dat het defensiepersoneel al twee jaar wacht op een cao met een salarisverhoging die recht doet aan de (meerder keren) uitgesproken waardering door de politiek .
Stop de afbraak, begin met opbouw!
bron: Die Welt/Thorsten Jungholt