29 mei, 2023
DefensieOprichting Defensie Cyber Commando

Oprichting Defensie Cyber Commando
O

Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) geeft op 25 september 2014 het virtuele startschot voor de oprichting van het Defensie Cyber Commando. De krijgsmacht moet in alle domeinen kunnen optreden. Te land, ter zee, in de lucht, en in de ruimte moet de krijgsmacht kunnen aanvallen, verdedigen en weten wat er speelt. Daar is cyberspace nu bijgekomen, als ‘vijfde domein’.

Defensie had al cybercapaciteiten voor defensieve taken en inlichtingen. Met het Defensie Cyber Commando wordt cyber volwaardig onderdeel van militaire operaties, inclusief de ontwikkeling van offensieve cybercapaciteiten. Het cyber commando concentreert zich op drie gebieden van digitale veiligheid, t.w.:

  • Alle digitale systemen moeten veilig zijn voor aanvallen en spionage.
  • De krijgsmacht moet op de hoogte zijn van bedreigingen in de digitale omgeving. Die bedreigingen komen zowel van binnen de eigen systemen (zwakheden en ‘achterdeurtjes’) als van buitenaf. Het cyber commando moet kunnen infiltreren in systemen van derden om informatie over cyberdreigingen te verkrijgen.
  • De krijgsmacht kan digitale systemen van tegenstanders aanvallen, manipuleren of uitschakelen. Tegenstanders kunnen andere landen zijn, maar ook (terroristische) organisaties of hackers.

Net als in de civiele maatschappij maken digitale middelen tegenwoordig integraal deel uit van de krijgsmacht. Daarom concludeerde Defensie twee jaar geleden, in de eerste Defensie Cyber Strategie, dat de krijgsmacht het vermogen moest ontwikkelen om zelf cyberoperaties uit te voeren. Daarom is het Defensie Cyber Commando opgericht.

Het Defensie Cyber Commando is ondergebracht bij de Koninklijke Landmacht maar levert capaciteiten aan de hele krijgsmacht. Het beschikt over militairen van alle krijgsmachtdelen en burgers. Het Defensie Cyber Commando zal op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, opleiding en personeel streven naar maximale samenwerking met andere departementen, publieke partners, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Waar mogelijk zal bovendien worden samengewerkt in internationaal verband met landen die een vergelijkbare ambitie en aanpak voorstaan als Nederland, en die op een vergelijkbaar niveau opereren.

bron Mindef

Gerelateerd: