In dit artikel wordt de achtergrond uitgelegd van de twee pensioenstelsels (eindloon en middenloon) en de koppelafspraak. De koppelafspraak is onderdeel van pensioenafspraken tussen Defensie en de vakbonden. Vervolgens wordt ingegaan op de berekeningswijze van de opslag voor het militaire eindloonstelsel en de pensioenpremie. Als afsluiting komt de invloed van de opslag op het loon en de uitgaven van de werkgever aan bod. Tot slot de way-ahead.
Militairen (en post-actieven) betaalden in 2017 en ook nu in 2018 net als in diverse andere jaren sinds 2004 een aparte opslag voor de premie Ouderdoms- en Nabestaandenpensioen (OP/NP-verhoogd). Een forse dit keer. Waarom is dat eigenlijk? En is het wel juist wat bij militairen extra in rekening is gebracht? De extra premie was in 2017 jaar zo hoog dat de schrijver van dit artikel het nodig vond hier zelf eens naar te kijken. In een reeks van vijf artikelen worden zijn bevindingen geschetst van onderzoek binnen en buiten Defensie.
Geschiedenis
Er bestaan twee gangbare wijzen waarop pensioen wordt opgebouwd. Het eindloonstelsel (ELS) en het middenloonstelsel (MLS). In het ELS wordt het pensioen gebaseerd op het laatst verdiende loon voor pensionering. In het MLS wordt het pensioen berekend over het gemiddelde van het over de arbeidsjaren verdiende loon. In 2004 gingen de ambtenaren in Nederland van het ELS over naar het MLS. Militairen hebben in 2004 het ELS behouden; eerst nog tijdelijk maar na enkele jaren permanent. Dit gebeurde nadat onderzoek had uitgewezen dat een overgang naar het MLS voor militairen over het algemeen tot lagere pensioenen zou leiden en voor de werkgever tot hogere pensioenlasten. Deze hogere pensioenlasten in het MLS zijn nu ook onderdeel van het komende overleg over de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) waarin de overgang van militairen van het ELS naar het MLS geregeld moet worden.
De werkgever heeft in 2004 bedongen dat als aan het ELS meerkosten verbonden zouden zijn vergeleken met het MLS, deze meerkosten volledig worden verhaald op het militaire personeel (de koppelafspraak). En dat is natuurlijk best vreemd. De werkgever had toch volgens het onderzoek ook voordeel van het behouden van het ELS? Dan deel je die hogere lasten toch ook eerlijk? Meerkosten zijn er – zo is afgesproken met de bonden – als de premie in het ELS meer stijgt of minder daalt dan in het MLS ten opzichte van het jaar ervoor.
Waarom de koppelafspraak?
Werkgevers binnen de rijksoverheid krijgen van het Ministerie van Financiën in principe dezelfde loonruimte (percentage van de loonsom als extra budget) om nieuwe CAO’s af te sluiten. Werkgevers betalen momenteel 70% van de pensioenpremies en werknemers de resterende 30%. Om die redenen heeft Defensie (met militairen in het ELS) er belang bij in ieder geval geen hogere pensioenlasten te hebben dan de andere werkgevers (met burgerambtenaren in het MLS). Defensie wil dus het risico van meerkosten uitsluiten. Dit heeft ze gedaan door deze meerkosten (als die zich voordoen) bij de militair zelf neer te leggen. Sinds 2014 heeft Defensie ook nog bedongen dat zij wel meedeelt bij een voordeel als er minderkosten zijn dan in het MLS. En ook dat is best vreemd. Probeer maar eens (tegen een normaal tarief) een hypotheek af te sluiten waarbij de bank rentestijgingen niet doorberekent en maar rentedalingen wel teruggeeft. Succes!
Berekeningswijze opslag
De Hoofddirectie Personeel heeft voorgerekend op welke wijze het opslagpercentage voor militairen van januari 2017 (2,58%) tot stand is gekomen.
(Noot: De berekening is uitgevoerd met een kostendekkende premie die in beide stelsels 1,2% hoger was als uiteindelijk in rekening is gebracht. De in rekening gebrachte premies waren 21,1% en 23,3%. De premiepercentages van het ABP vormen een gegeven en staan in dit artikel verder niet ter discussie.)
De procentuele stijging van het premiepercentage 2017 ten opzichte van 2016 voor de burgerambtenaren (MLS) is vergeleken met die van militairen (ELS). Dat wat de procentuele stijging van het ELS hoger was dan die van het MLS wordt aan de militairen doorberekend als opslag. Met de premiepercentages van 2016 en 2017 ziet dat er als volgt uit. De relatieve stijging in het MLS is 25,3%. In het ELS was deze 40%. De premie in het ELS mag maximaal 21,9% zijn bij een zelfde stijging van 25,3% als in het MLS. Dat wat de premie hoger is (24,5%-21,9%) vorm de opslag (2,58%).
Het eerste dat dan opvalt, is dat de opslag van 2,58% die in rekening wordt gebracht, groter is dan het premieverschil tussen beide stelsels (24,5%-22,3% = 2,2%). Dit ontstaat vanuit de volgende drie stappen:
- De premie voor militairen in het ELS was in 2016 0,3% lager dan voor het MLS (17,5-17,8). Volgens een aanvullende afspraak in 2014 deelt Defensie mee in dat voordeel.
- De premie in 2017 in het ELS is slechts 2,2% hoger dan in het MLS. Dat zouden militairen dan zelf moet betalen.
- Maar door de gevolgde methodiek hierboven komt de 0,3% van pt. 1 in de opslag terecht. Dit terwijl de werkgever het jaar ervoor wel van het voordeel heeft meegenoten. Militairen worden op deze wijze zelfs gestraft omdat in 2016 het premiepercentage lager was dan in het MLS.
Het tweede opvallende is dat alleen naar de premiepercentages wordt gekeken om te bepalen of er een opslag moet zijn. Ik leg uit waarom dat onjuist is en vervolgens laat ik zien wat het gevolg is van een juiste benadering. Daarbij leg ik tevens uit hoe de berekening van de premie verloopt die uiteindelijk betaald moet worden.
Redactie:
De redactie van de ODB werd benaderd door drs. P.A. Eijkelenkamp of wij belangstelling hadden om deze informatie te publiceren. En zoals u weet publiceert onze vakorganisatie elk stuk, ook van derden, als de inhoud een waardevolle aanvulling is voor onze leden. De opsteller is luitenant-kolonel der Artillerie en kandidaat voor het verantwoordingsorgaan ABP (lijst 4 – Ambtenarencentrum). Als artillerist beschikt hij uiteraard over rekenvaardigheid en heeft gevoel voor getallen! Die vaardigheid gebruikt hij heden ten dage nog steeds in de Finance&Control-wereld van het CLAS.
Dit is het eerste deel van vijf delen waarin de ‘ins en outs’ van het pensioensysteem van Defensie wordt toegelicht.
Bron: drs. P.A. Eijkelenkamp, luitenant-kolonel der Artillerie/Redactie
Foto: Redactie