De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft onderzocht hoe de Militaire Inlichtingen- en Veiligheids Dienst (MIVD) gestalte geeft aan de samenwerking met buitenlandse inlichtingen- en/of veiligheidsdiensten. Het beeld van de Commissie is over het algemeen positief omdat de MIVD “in de regel” voldoet aan de wettelijke voorschriften. De Commissie constateert een beperkt aantal onrechtmatigheden. De belangrijkste aanbevelingen van de Commissie richten zich op aanpassing van het interne beleid waaronder de procedure en het niveau van besluitvorming inzake het verstrekken van (persoons)gegevens.
Het onderzoek van de CTIVD strekt zich uit over de periode 27 september 2007 tot eind 2013. De ondersteuning door de MIVD van de inzet van de Nederlandse krijgsmacht in Afghanistan valt daarmee gedeeltelijk binnen de strekking van dit onderzoek. De samenwerking van de MIVD met buitenlandse diensten ten behoeve van deze missies was intensief en veelomvattend. De Commissie heeft hierbij geen onrechtmatigheden aangetroffen. Of de MIVD in Afghanistan eventueel een bijdrage heeft geleverd aan het proces van targeting, en zo ja of men daarbij binnen de wettelijke kaders is gebleven, is niet in het onderzoek betrokken. De Commissie verricht momenteel een separaat onderzoek naar dit onderwerp.
De Commissie heeft getoetst of de samenwerking van de MIVD met buitenlandse diensten binnen de wettelijke kaders plaatsvond. De MIVD moet telkens afwegen of en in welke mate mag worden samengewerkt met een buitenlandse dienst. Democratische inbedding, respect voor mensenrechten, professionaliteit en betrouwbaarheid spelen in die afweging een rol. De wet stelt verder regels voor het uitwisselen van gegevens en voor de inzet van bevoegdheden door de MIVD in het kader van gezamenlijke operaties of ter ondersteuning van een buitenlandse dienst.
De Commissie heeft een positief beeld van de praktijk van zowel de bilaterale als de multilaterale samenwerking met buitenlandse diensten. De meest vergaande vormen van samenwerking vinden alleen plaats met buitenlandse diensten die voldoen aan de criteria voor samenwerking. In enkele gevallen is sprake van onrechtmatigheden, bijvoorbeeld bij het verlenen van ondersteuning aan buitenlandse diensten zonder dat daarvoor toestemming is verleend door de minister van Defensie.
Op een aantal punten moet de MIVD verbeteringen doorvoeren. Onder meer op het terrein van gegevensuitwisseling wordt een te beperkte definitie van persoonsgegevens gehanteerd en wordt de beslissing om gegevens te verstrekken niet altijd op het juiste niveau genomen. Ook ontbreekt intern een helder onderscheid tussen de inzet van bevoegdheden voor de eigen taakuitvoering (gezamenlijke operatie) en voor het belang van de buitenlandse dienst (ondersteuning).
Daarnaast heeft de MIVD, mede als gevolg van de lange duur van het onderzoek, al verschillende maatregelen getroffen om zeker te stellen dat de operationele processen (sturing, werkwijze en procedures) binnen de dienst overeenkomstig de Wiv 2002 (blijven) verlopen. Binnen de MIVD is, mede naar aanleiding van het rapport, aandacht gevraagd voor verschillende interne regels over onder andere het verstrekken van gegevens op het juiste niveau, verwijzingen naar bronnen en de betrouwbaarheid hiervan, dossiervorming alsmede de toepassing van de derde partij-regel. Hierop wordt nauwlettend toegezien. Het vastleggen van bovengenoemd beleid is in een vergevorderd stadium en zal, na afronding, opnieuw en vervolgens regelmatig onder de aandacht van de medewerkers worden gebracht.
Het rapport heeft naast dit persbericht ook een geheime bijlage.
Het toezichtsrapport is te raadplegen via de website van de CTIVD.
Bron:Rijksvoorlichtingsdienst
Defensie