Vorig jaar nog leek het erop of de Koninklijke Marine haar pronkstuk door de bezuinigingen nooit zou krijgen. Maar het tij keerde en afgelopen zaterdag doopte minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie dan toch de Karel Doorman, het grootste schip dat ooit bij de marine in dienst is geweest.
Op Prinsjesdag liet ze weten dat het ruim 400 miljoen euro kostende schip zou worden verkocht zodra het zou zijn afgebouwd. Op de beslissing kwam kritiek uit de Kamer. En nadat kort daarop bij het Herfstakkoord regering en drie oppositiepartijen overeen waren gekomen minder in Defensie te snijden, kon het schip worden behouden voor de marine.
Gelukkig maar, want 1 mei begint het 204,7 meter lange vaartuig aan zijn proefvaart. Volgens de mythe ondervindt een niet gedoopt schip eindeloze rampspoed. Een inzegening moet bovendien juist gebeuren; door een vrouw dus. Daarnaast is het een voorwaarde dat de champagnefles breekt; aan Hennis zal het niet liggen. Voor de Karel Doorman, de maximaal 171-koppige bemanning en eventuele opstappers, ligt een behouden vaart in het verschiet.
Het bijna 205 meter lange logistieke ondersteuningsschip moet medio volgend jaar operationeel in de vaart zijn. Het door het Nederlandse Damen Schelde gebouwd schip vervangt de bevoorradingsschepen Hr. Ms. Zuiderkruis en Zr. Ms. Amsterdam. De eerste is al afgestoten en de tweede wordt dit jaar uit dienst genomen.
Drie taken zijn er weggelegd voor de Karel Doorman. Het moet zorgen voor bevoorrading op zee, transport van goederen en het schip kan als basis op zee dienen bij het uitvoeren en ondersteunen van operaties op land. Hiervoor heeft het naast landingsplaatsen voor helikopters ook operatiekamers en een zeer geavanceerd communicatiesysteem aan boord.
“Handelsnatie Nederland vaart wel bij een sterke krijgsmacht, bij de inzet van onze Koninklijke Marine. Onze economie is voor zo’n 70 procent afhankelijk van handel. Zo is Nederland groot geworden. Dat zal in de toekomst niet anders zijn”, benadrukte Hennis het belang van goed uitgeruste zeestrijdkrachten.
Nederland is echter gevoelig voor allerhande crises, dichtbij en ver weg, waarschuwt Hennis: “Oorlog, terrorisme, georganiseerde misdaad, fundamentalisme, waar dan ook.” Volgens haar raakt het niet zelden onze portemonnee, vroeg of laat zelfs rechtstreeks. “Ter bevordering van die, voor ons zo noodzakelijke, internationale veiligheid en stabiliteit voeren we een actief buitenlands beleid”, zegt Hennis, vervolgend dat een vrije doorvaart cruciaal is voor Nederland. “Dat geldt ook voor een gegarandeerde toegang tot kusten en havens. De krijgsmacht, onze Koninklijke Marine, levert hier een belangrijke bijdrage aan.”
Door haar grootte kan de Karel Doorman trouwens niet voor alles in de thuishaven Den Helder terecht. Hier kan brandstof, munitie en voedsel worden geladen, maar voor zwaar materieel zoals voertuigen en containers moet worden uitgeweken naar andere havens in ons land. Voor die bepaalde goederen is de kade in Den Helder niet geschikt.
De Karel Doorman moet zijn taken wereldwijd en in alle lagen van het geweldsspectrum uitvoeren. Daarom beschikt het marineschip, grotendeels gebouwd op de werf van Damen in Roemenië, over een transportdek, medische faciliteiten, eigen laad- en losfaciliteiten en een helikopterdek met 2 landingsplaatsen voor verschillende typen helikopters.
Dat het Joint Support Ship de naam ´Karel Doorman´ draagt, is uit eerbetoon aan schout-bij-nacht Karel Doorman. Bij een ongelijke strijd lieten hij en meer dan 900 marinemannen het leven bij ‘de Slag in de Javazee’ op 27 februari 1941.