Nederland wil de anti-piraatmissie voor de Somalische kust verder uitbreiden en tegelijk efficiënter aanpakken met de plaatsing van extra bewapende teams van mariniers aan boord van VN-schepen. Het kabinet reageert daarmee op een verzoek van de Nederlandse reders en VN-voedselorganisatie WFP.
Dat melden de dagbladen NRC en Volkskrant. In het verleden hebben Nederlandse fregatten VN-schepen (WFP) naar het door honger en geweld geteisterde Somalië begeleid, maar die bescherming kan door de enorme uitgestrektheid van het zeegebied efficiënter en goedkoper. Gesproken wordt over ‘autonome detachementen voor scheepsbeveiliging’ van tien tot twaalf mariniers per schip, vergezeld door een kleine medische eenheid (een arts en een verpleegkundige).
De marine doet al jaren mee aan de bestrijding van piraterij in de Indische oceaan, zowel onder de vlag van de NAVO als van de EU. Voor de nieuwe operatie vraagt het kabinet toestemming van de Tweede Kamer. De mariniers krijgen volgens ingewijden vergaande bevoegdheden om geweld te gebruiken.
De inzet van mariniers op schepen ligt politiek gevoelig. Nederlandse reders vinden het een plicht van de overheid om ‘hun’ transporten te beschermen. Dat gebeurt nu incidenteel wel, maar volgens het bedrijfsleven niet vaak genoeg. Tot dusverre heeft het ministerie van Defensie elf keer mariniers aan boord van koopvaardijschepen geplaatst. Minister Hillen (CDA) en minister Opstelten (VVD) zijn van mening dat reders geen particuliere beveiligers mogen inhuren, omdat het monopolie op geweld bij de overheid rust.
Bron: Volkskrant, NRC, MINDEF