De eervolle Herinneringsmedaille Vredesoperaties verliest volgens de Gemeenschappelijke Officieren Verenigingen (GOV|MHB) veel glans nu deze ook wordt opgespeld bij burgerexperts die actief zijn in ’veilige vakantielanden’. De na terugkeer van buitenlandse ernstmissies door Defensie uitgereikte medaille is in 2001 in het leven geroepen om duizenden militairen en politiemensen van de missies in oorlogsgebieden zoals Irak en Afghanistan te eren.
Na aandringen vanuit de ministeries van Justitie en van Buitenlandse Zaken is het kleinood sinds enkele dagen ook beschikbaar voor burgermedewerkers zoals rechters, politiek analisten en architecten die adviseren bij civiele missies (CIMIC) in ongevaarlijke opbouwlanden als Georgië en het inmiddels rustige voormalig Joegoslavië.
De koepel GOV/MHB meent dat defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert de militairen met deze uitbreiding ’kwetst en ernstig tekort doet’. „Mensen die met een minimaal risico voor een beperkte duur in prijzige hotels verblijven, krijgen nu dezelfde onderscheiding als infanteristen die in Afghanistan met gevaar voor eigen leven de kastanjes uit het vuur haalden”, aldus (duo) voorzitter generaal b.d. Ruud Vermeulen.
Vermeulen spreekt van een ’devaluatie’ van de herinneringsmedaille. „De oorspronkelijke erkenning en waardering voor de risicovolle inzet onder bijzondere omstandigheden is nu verworden tot een ’dank je wel dat je minimaal dertig dagen op verzoek van de regering weg bent geweest’. Wat je daar hebt gedaan, welk risico je hebt gelopen of wat je hebt meegemaakt, doet er niet toe”.
De GOV|MHB misgunnen de civiele experts hun gevraagde medaille niet: „Maar dat moet wel een andere zijn dan die waarvoor wij als militairen ons leven in de waagschaal stelden. Het woord ’onderscheiden’ zegt het al: je moet de waarde van medailles niet nivelleren door al het buitenlandse werk over één kam te scheren”, aldus Vermeulen.
Defensie gaat niet in op de veel grotere risico’s die militairen lopen ten opzichte van de civiele raadgevers. Zegsman Maarten Hilbrandie verdedigt het besluit door te wijzen op de ’samenhangende aanpak’ van conflicten door militairen en burgers. „De medaille is straks ook een erkenning voor de civiele inzet voor vrede en veiligheid.”
Bron De Telegraaf/Roy Klopper
Wat is de mening van de ODB
De ODB deelt de mening van de GOV|MHB en vindt het jammer dat de aanvraag op een slordige en ondoordachte manier werd afgehandeld. Het heeft er alle schijn van dat de Minister goed wilde doen met dit gebaar naar civiele inzet voor defensie operaties. Een aparte medaille voor civiele vredesoperaties had meer recht gedaan aan alle partijen. Soms is even nadenken, voordat men een beslissing neemt, de enig juiste oplossing.