De opvolger van president Obama krijgt een geheel nieuw presidentieel vliegtuig. De Amerikaanse luchtmacht heeft Boeing de opdracht gegeven om twee vervangers voor de Air Force One te bouwen. Kostenplaatje 3,1 miljard dollar.
De nieuwe Air Force One wordt de nieuwe Boeing 747-8 Intercontinental. Die lijkt op het huidige presidentiële toestel, maar is iets langer (76,4 mtr) heeft nieuwe voortstuwing en ook een langer bovendek. Naast meer passagiers heeft de Airforce One ook een groter vliegbereik van 15000 km met volle belading. Wil men verder vliegen dan kan het toestel in de lucht worden getankt.
De Amerikaanse president vliegt nu nog in een speciale Boeing 747-200b. Daarvan heeft hij er ook twee. De toestellen zijn nu bijna dertig jaar oud en gaan in 2018, als de nieuwe Boeings klaar zijn, naar het National Museum of the US Airforce in Dayton Ohio waar de 9 voorgangers ook opgeslagen zijn..
De luchtmacht erkent dat de keuze voor het Amerikaanse Boeing niet erg verrassend is. Airbus was de enige andere vliegtuigbouwer die een groot toestel met vier motoren kon leveren, maar de Europese vliegtuigbouwer had niet ingetekend voor de opdracht.
Volgens de luchtmacht is de Air Force One “een van de bekendste symbolen van de Verenigde Staten”. Het toestel is uitgerust met vergaderzalen, een operatiekamer en een privévertrek voor de president en zijn echtgenote. Ook hangt het vol met bijzondere elektronische apparatuur, zodat het als vliegend commandocentrum kan dienen. Daarnaast kan het 467 personen vervoeren die bij de staf werkzaam zijn.
De presidentiële Boeings heten alleen Air Force One als president Obama aan boord is. Anders krijgen ze een gewoon vluchtnummer toegewezen. Voor Boeing is de opdracht van de luchtmacht een welkome opsteker. Het gaat niet erg goed met het orderboek van de 747-8I. Boeing meldde onlangs dat het nog maar zestien van zulke toestellen per jaar gaat produceren.
bron NOS, Luchtvaartwereld
Foto: Boeing