Veel NAVO-landen hebben jarenlang gekort op defensie. Daar lijkt nu een einde aan te komen, vooral door de vele brandhaarden in de wereld. Wordt het ‘vredesdividend’ van na de Koude Oorlog teruggevorderd? Uitgaven aan Defensie in Europa worden niet langer gekort, en kunnen misschien zelfs weer gaan oplopen. Het kabinet-Rutte vergadert hier deze dagen over met de drie gedoogpartijen. Met name de ChristenUnie én de SGP koesteren de wens de Nederlandse defensie niet verder te verzwakken en als het kan juist wat aan te sterken.
Dat hing in de lucht na de recente spanningen rond Rusland: de Britse premier Cameron riep zijn Europese bondgenoten begin deze maand op om de militaire uitgeven op te schroeven. Cameron kon dit zeggen omdat het Verenigd Koninkrijk vorig jaar 2,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) spendeerde aan militaire uitgaven. Dat is boven de norm van minimaal 2 procent die de van NAVO haar lidstaten vraagt. Behalve Frankrijk en Portugal (2,2 procent) en Griekenland (2,4 procent) is geen West-Europees NAVO-lid dat in 2013 de 2 procent haalde, de bezuinigingen voor dit jaar zijn hierbij nog niet ingecalculeerd!! Nederland gaf volgens cijfers vorig jaar 1,4 procent van het bbp uit aan defensie. In 2010 werd het bbp voor Nederland (gecorrigeerd) becijferd op 631,5 miljard euro.
De cijfers onderstrepen de trend van de afgelopen kwart eeuw, sinds de Koude Oorlog na 1989 ten einde kwam: de militaire uitgaven daalden wereldwijd aanvankelijk sterk, maar bereikten in de afgelopen tien jaar weer het niveau van voorheen. Maar daaronder vond een grote verschuiving plaats die nog steeds doorgaat: bezuinigingen in een groot deel van het Westen, terwijl de uitgaven in met name Azië juist stegen – en niet alleen in China maar juist ook in zijn buurlanden.
Maar stel nu dat het vredesdividend van na 1989 helemaal wegvalt: hoe veel zou er dan bij moeten om de budgetten weer op het niveau van dat laatste Koude-Oorlogsjaar te krijgen? Dat is te becijferen op basis van de gegevens van het gezaghebbende Zweedse SIPRI-instituut, dat de wereldwijde militaire bestedingen bijhoudt. Alle NAVO-landen bij elkaar zouden in dat geval, in euro’s van vandaag, 386 miljard extra moeten uitgeven. De vraag of dat haalbaar is? De uitgaven wegen zwaarder dan de baten, omdat macro-economisch defensiebestedingen nu eenmaal te boek staan als inefficiënt. De Amerikaanse econoom Robert Barro vond drie jaar geleden een zogenoemde ‘multiplier’ van tussen 0,4 en 0,7 – afhankelijk van tijd en omstandigheden. Dat betekent dat elke dollar of euro slechts tussen 0,4 en 0,7 dollar of euro aan economische activiteit oplevert.
Aan de andere kant: het handhaven van vrede en veiligheid staat voor economen te boek als een ‘publiek goed’ – vergelijkbaar met het milieu of de waterhuishouding. Overheden geven geld uit om hun bevolking van dergelijke publieke goederen te voorzien. Op de wereldkaart zijn daarom de militaire uitgaven uigedrukt als percentage van de overheidsuitgaven om zo de prioriteit daarvan te laten zien. De werkelijke waarde van een publiek goed als vrede en veiligheid is daarbuiten uiterst lastig uit te drukken in cijfers. Maar dat het vrijwel gratis leek, was misschien ook wel te mooi om waar te zijn.
Bron: nrcreader.nl
Maarten Schinkel en Philip de Witt Wijnen