ABP voert naar verwachting een opslag op de pensioenpremie in van 1% per 1 april 2016 (geen april grap). De opslag is nodig, omdat de financiële positie van ABP eind december niet voldoende was. Verlaging van de pensioenen, het laatste redmiddel voor fondsen om de financiële positie te verbeteren, is nu niet aan de orde.
ABP heeft in november 2015 het premiebesluit voor 2016 genomen. Dat besluit bestaat uit twee delen: de kostendekkende premie en een mogelijke opslag op de premie is afhankelijk van de financiële positie van het fonds. De kostendekkende premie is toen vastgesteld op 17,8%. Voor de premieopslag is de dekkingsgraad van 31 december 2015 bepalend. De berekeningen laten zien dat de dekkingsgraad uitkomt op 97,2%. Dat is niet voldoende en dus komt er een opslag op de premie.
De totale premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen komt bij ABP per 1 april uit op 18,8%. De premieopslag geldt in principe voor vijf jaar. Het bestuur stelt de opslag definitief vast na advies van het verantwoordingsorgaan op 28 januari as.
Mening ODB
Dit is de tweede maatregel (na niet meer indexeren) die het ABP moet nemen omdat de financiële positie niet op orde is. De ODB heeft de laatste 8 jaar met regelmaat al gewaarschuwd dat de resultaten lager zouden zijn dan aan de leden werd voorgespiegeld.
bron: ABP