De Nederlandse Kustwachthelikopters voldoen niet aan de reddingseisen van de overheid, zo meldt het NRC van 26 september. Ze kunnen, onder andere, niet worden ingezet in de alle weersomstandigheden en twee van de drie toestellen hebben geen ingebouwde infraroodcamera (FLIR). Bovendien kan één type helikopter niet automatisch hoveren(stilhangen) en hebben ze geen stoelbrancard. Maar dit zijn wel de minimale voorwaarden die volgens Rijkswaterstaat nodig zijn om opsporing- en reddings acties veilig en effectief uit te kunnen voeren’.
De TU Delft, noemt de bevindingen ‘ronduit schokkend’. Landen zijn internationaal verplicht om de opsporing- en reddingsacties op zee – SAR, Search And Rescue – goed te regelen.
De overheidstaak werd vorig jaar aanbesteed (goedkoper) toen de oude Defensiehelikopters, die deze taak uitvoerden, te oud werden en de nieuwe op zich lieten wachten. Drie bedrijven boden mee. Twee met een zwaarder helikoptertype dat aan alle eisen voldeed, voor circa 60 miljoen euro. Het Belgische Noordzee Helikopters Vlaanderen (NHV) bood met het kleinere type Dauphin voor 42,5 miljoen euro (lekker goedkoop) en won.
Het bod werd niet op technische haalbaarheid getoetst. Zo was een belangrijke eis dat de helikopters in weersomstandigheden kunnen vliegen waarbij ijsafzetting op het toestel kan plaatsvinden. Een woordvoerder van fabrikant Airbus liet aan NRC weten dat geen enkele Dauphin gecertificeerd is om te vliegen in deze zogenoemde ‘limited icing conditions’. De overheid had dit dus kunnen weten. Ook de te lange levertijd van de stoelbrancards was bij de overheid bekend.
De bevindingen kwamen naar voren bij een controle van Rijkswaterstaat op 15 juni jl. van dit jaar op het maritiem vliegkamp De Kooy in Den Helder. Bij een aangekondigde inspectie door de Inspectie Leefomgeving en Transport, op diezelfde dag, bleken de gebreken aan een helikopter zo ernstige dat die een vliegverbod werd opgelegd tot de problemen waren opgelost.
In een interview met NRC erkent Rijkswaterstaat dat de helikopters niet aan alle eisen voldoen, maar men noemt de gevonden tekortkomingen ‘geen showstoppers’.
Pas op 24 september stelt Rijkswaterstaat dat de helikopters aan de eisen kunnen voldoen als het vereiste materieel slechts op één van de drie helikopters aanwezig is. Rijkswaterstaat zegt tevreden te zijn met de helikopterreddingen, omdat die nu in elk geval beter zijn dan voorheen.
Helikopterdeskundigen denken er anders over. Wetenschapper Jos Stevens van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum noemt de helikopters heli’s bovendien krap voor de acht drenkelingen die er volgens de overheid in zouden moeten passen.
Directeur Steven Igodt van NHV zei gisteravond nog dat zijn helikopters wel degelijk mogen vliegen in het geëiste vriesweer. De handheld (niet ingebouwde) infraroodcamera’s op twee van de drie toestellen geven volgens hem een uitgebreider ‘zoekveld’ dan de ingebouwde infraroodcamera die de overheid eiste.
bron: NRC/ door Esther Rosenberg