Tijdens de bevrijdingsactie van de trein bij De Punt in 1977 zijn verschillende geluidsopnamen door mariniers gemaakt. Diverse media haalden vanmiddag 29 mei 2017 enkele passages aan uit het transcript dat afkomstig is van het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie (NIMH).
Nabestaanden van twee gedode kapers voeren een rechtszaak tegen de Nederlandse Staat. Zij stellen mede op basis van autopsierapporten dat Max Papilaja en Hansina Uktolseja in weerloze toestand zijn doodgeschoten en eisen nu een schadevergoeding.
De staat stelde het confidentiële transcript op 24 mei jl. voor de rechtszaak ter beschikking. Uit de transcripten blijkt niet dat de mariniers destijds onrechtmatig optraden. De passages die de media vandaag aanhaalden, tonen dit ook niet aan. Uitspraken zijn uit de context gehaald, waardoor een verkeerd beeld kan worden geschetst.
De rechtbank oordeelde in februari dit jaar dat voorlopig niet is vast te stellen of sprake was van een executie. Daarom gelastte de rechtbank een uitgebreid onderzoek naar de beëindiging van de kaping en de instructies die de mariniers kregen.
De geluidsopnames zijn gemaakt onder de hectische en levensbedreigende omstandigheden, waaronder de mariniers (BBE) de bevrijdingsoperatie uitvoerden. De opnames laten niet horen wat de mariniers op dat moment zien of ervaren. Ook lopen geluiden van verschillende acties in de trein door elkaar heen. Het precieze handelen van de mariniers valt daardoor niet af te leiden. Dit zal zonneklaar blijken uit het vervolgonderzoek en de getuigenverhoren.
‘Het woord “genadeschot” is dodelijk’, aldus advocaat Liesbeth Zegveld. Zij pleit namens de nabestaanden van de kapers voor een technische reconstructie op basis van alle beschikbare informatie.
“Door de mariniers zijn geen executies uitgevoerd”, stelt advocaat Geert-Jan Knoops, die de betrokken mariniers bijstaat. “Conclusies verbinden die enkel zijn gebaseerd op de transcripties van de bandopnames is onmogelijk.”
Bron:Mindef/De Volkskrant, Jurre van den Berg, Ana van Es/Nu.nl/redactie